Neuken

Tijden veranderen en wij veranderen mee. En zo kan het dat het literaire schandaal van gisteren vandaag geen enkel stofdeeltje meer doet opwaaien. De literatuur is een weerslag van denkbeelden van haar tijd, en speelt een rol bij de vorming en doorbreking van sekstaboes.

Lodewijk van Deyssel (1864-1952) 

 

Lodewijk van Deyssel (pseudoniem van K.J.L. Alberdingk Thijm) is één van de prominentste leden van de Tachtigers, die streefden naar een revolutie in de Nederlandse literatuur. Ze doorbraken de dwang van de moraal en bepleitten een nieuwe literatuur: radicaal individualistisch, romantisch en fel-realistisch tegelijkertijd.  

 

Als in 1887 Van Deyssels Een Liefde verschijnt, leidt dat tot een rel. Hij beschrijft in dit boek het innerlijke gevoelsleven van het hoofdpersonage Mathilde, inclusief haar seksuele gevoelens. Voor het eerst in de Nederlandse literatuur wordt er expliciet geschreven over vrouwelijke zelfbevrediging. Niet alleen de lezers zijn gechoqueerd, ook mede-Tachtigers als Frederik van Eeden. Van Deyssel schrikt blijkbaar van de forse kritiek en kuist de tekst voor de tweede editie van het boek.

 

Van Deyssel wijdde zijn leven aan het schrijven en zijn gepubliceerde werken zijn slechts een fractie van wat hij op papier zette. Alles hield hij bij: boodschappen, uitgaven, gezondheid en zelfs zijn ontlasting. Ook maakte hij een meer dan vierhonderd bladen tellende verslag van zijn strijd tegen de ‘onanie’ uit de jaren 1890-1895. Je ziet hier niet alleen iemand die in de greep is van het negentiende-eeuwse taboe op zelfbevrediging, maar ook iemand die de totale vergeestelijking probeert te bereiken, maar daarin door zijn eigen lichaam wordt belemmerd. 

 

 

Lodewijk van Deyssel, 1904 & Het Onaniedagboek van Van Deyssel. Collectie: Literatuurmuseum

 

 

Anna Blaman (1905-1960) 

 

Anna Blaman (pseudoniem van J.P. Vrugt) maakt er geen geheim van dat ze lesbisch is, maar in haar romans en verhalen, die sterk autobiografisch zijn, schrijft ze veelal versluierd over haar geaardheid en giet ze haar verhoudingen met vrouwen vaak in een heteroseksuele vorm.  

 

In de in 1948 verschenen roman Eenzaam avontuur komt wel een relatie tussen twee vrouwen voor. Hoewel collega Simon Vestdijk de gelaagdheid, het compositorisch vermogen en het psychologisch inzicht van Blaman prijst, wordt ze door de confessionele pers aan de schandpaal genageld, niet alleen vanwege haar goddeloze thematiek, maar ook vanwege en haar visie op erotiek en de lesbische liefde. ‘Er zijn lezers die zich alleen maar op hun gemak voelen als die erotiek niet verdergaat dan tot en met de eerste kus, zoals in letterlijk alle liefdesverhalen in de damesbladen het geval is’, meent zij zelf.  

 

De controversiële roman wordt in 1949 inzet van een schertsproces, een boekentribunaal, waarin Blaman onder meer beschuldigd wordt van ‘psychologische onsamenhangendheid en imbeciliteit’ en aangeklaagd op grond van ‘literaire tekorten’. Zelf is Blaman niet aanwezig. Ze voelt zich, hoewel haar boek werd ‘vrijgesproken’, nog lange tijd zeer gekwetst. 

 

 

 

Anna Blaman door C. Kramer, 1947. Collectie: Literatuurmuseum

 

 

Meer over Anna Blaman: 

 

Jan Wolkers (1925-2007) 

 

Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw kijkt niemand meer op van een stevige seksscène in een literaire roman. Aanvankelijk wordt de roman Ik, Jan Cremer (1964) van Jan Cremer door critici nog als smeerlapperij gezien, maar de expliciete seksscènes in het werk van Jan Wolkers werden vrijwel vanaf het begin geaccepteerd en juist opgehemeld.  

 

Seks geldt als verzet tegen het nog preutse Nederland. Maar toch staat literaire seks vaak in het teken van schuld, onmacht en wanhoop. Wolkers laat zijn personages naar hartenlust neuken, maar ziekte, dood en ongelijke machtsverhoudingen komen daarbij vaak aan bod. Niet alleen in zijn meest bekende boek Turks Fruit (1969), ook in latere romans als De perzik van onsterfelijkheid (1980) en Gifsla (1983). Zijn boeken vonden gretig aftrek bij jongeren en stukgelezen exemplaren werden onder de schoolbanken doorgegeven.  

 

Veel van Wolkers’ werk is autobiografisch gekleurd: zijn godvruchtige, strenge vader, de dood van zijn broer en zijn dochtertje, zijn voorliefde voor de tale Kanaäns, ook als hij al afstand heeft gedaan van het geloof. Zijn taalgebruik is heel beeldend en zeker ook geïnspireerd door Angelsaksische voorbeelden als Steinbeck en Hemingway. 

 

 

Jan Wolkers, jaren ’90. Collectie: Literatuurmuseum

 

 

Ronald Giphart (1965) 

 

Was literaire seks jarenlang een ernstige zaak, in romans als Ik ook van jou (1992) en Giph (1993) introduceert Ronald Giphart onschuldige en vrolijke seks in de literatuur. Het is niet langer een strijd, maar iets wat zich afspeelt op feestjes en waar meisjes net zozeer plezier aan beleven als jongens.  

 

Vanaf het begin van zijn schrijverscarrière verzet Giphart zich tegen de gewichtigheid van de literatuur. Hij wil geen zware, maar lichte en humoristische literatuur schrijven. Phileine zegt sorry (2003) is een groteske en komische roman over iemand die juist helemaal geen sorry kan zeggen (het boek is vertaald en verfilmd), maar vooral met Ik omhels je met duizend armen (2000) weet hij door te dringen tot de hogere literaire echelon.  

 

Tegenwoordig schrijft hij ook non-fictie over wetenschap, gastronomie, schrijven, leiderschap, geneeskunde, literatuur, poëzie en voetbal. Al is zijn werk ernstiger dan zijn eerste romans, er valt nog steeds om te lachen.

 

  

 

Illustratie Ronald Giphart door Iris Deppe & Stripverhaal aan Jean-Marc van Tol. Collectie: Literatuurmuseum

 

 

Meer over Ronald Giphart: