Anke Servaes
(1897-1947)Anke Servaes
door Jaap Min (1915-1987)Anke Servaes en Rein Valkhoff verhuizen in 1928 naar het kunstenaarsdorp Bergen. Haar eerste werk, het meisjesboek Knolletje, is een jaar daarvoor verschenen. Vanaf het begin spreekt uit haar werk haar enorme betrokkenheid met de zwakkeren in de samenleving – vooral kinderen. ‘Anke Servaes behoort tot de letterkundigen, die zich tot een speciaal gebied hebben beperkt, maar die ons op dat gebied uitmuntend werk hebben geschonken. Zij was de beschrijfster en doorgrondster van het lot van invalide en verdrukte kinderen,’ schrijft P.H, Ritter jr. ‘Haar kunst kwam rechtstreeks voort uit haar zelfverloochenende, aan anderen toegewijde en opgewekte natuur.’ Zo werden schrijfsters in die tijd besproken.
Het Bergense huis ‘het Haveke’ van Servaes en Valkhoff is een zoete inval, en regelmatig vermaakt ‘Moeder Anke’ haar gasten met het voorlezen van een – vaak zelfgeschreven – verhaal. Daarbij is ze een steun en toeverlaat voor velen. Zo ook voor de in Bergen geboren kunstenaar Jaap Min, oom van dichteres Neeltje Maria Min. In 1938, het jaar dat hij dit portret van Servaes maakt, gaat hij op aandringen van schilder Matthieu Wiegman studeren aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Iets wat mede wordt mogelijk gemaakt door het weekgeld dat hij van Servaes en haar man ontvangt. Een jaar later, in 1939, nodigt de familie Valkhoff Min uit mee te gaan op reis naar Italië, waar ze Padua, Venetië en Verona bezoeken. De reis die door de naderende oorlog vervroegd wordt afgebroken, maakt grote indruk op de schilder en zal hem blijvend beïnvloeden.
Servaes is pas 49 wanneer ze in 1947 overlijdt. Zij wordt begraven in Bergen, op haar graf staat: ‘Ik hield zoveel van de mensen’.