Zoeken

Hans Sleutelaar

(1935-2020)

Hans Sleutelaar, bijgenaamd ‘de zwijgende dichter’ is de auteur van een klein oeuvre waarin hij elk woord zwaar laat wegen. Dat kan ook, met gedichten als ‘Wollt Ihr die Totale Poesie?’ Ook als journalist maakte hij furore (denk aan het met Armando gemaakte interviewboek De SS’ers). Sleutelaar is niet de bekendste van de Zestigers, maar op de achtergrond altijd aanwezig.

De afbeelding toont een kunstzinnig portret van Hans Sleutelaar . Gemaakt door: Hans  Verhagen
Vervaardigd ongedateerd
Techniek Olieverf op doek
Afmetingen 32,5 x 26 cm

Hans Sleutelaar

door Hans Verhagen (1939-2020)

Hans Sleutelaar en Hans Verhagen kenden elkaar goed. Ze werkten in de jaren zestig samen in de redacties van Gard Sivik en De Nieuwe Stijl, waar ze deel uitmaakten van de Rotterdamse tak van de Zestigers. Ze zouden zich in de loop van de tijd wel steeds meer tot tegenpolen gaan ontwikkelen: de zakelijke Sleutelaar die nooit een woord te veel schreef en die zijn gedichten tot op het laatst bleef inkorten, tegenover de romantische Verhagen die juist geen woord te weinig gebruikte, en die met grote overgave alles te lijf ging wat op zijn pad kwam: de poëzie, de journalistiek, de tv, de drugs, de liefde: en lange tijd ook de schilderkunst.

In de jaren tachtig ging Verhagen steeds minder dichten en steeds meer schilderen. Dat leverde behalve zelfportretten en een portret van Jules Deelder ook dit duistere portret van Sleutelaar op. Het is ingetogen en nabij, maar ook ontoegankelijk. Een peilloze blik die van de toeschouwer wegkijkt: Verhagen heeft Sleutelaar als zwijgend en ondoorgrondelijk neergezet.

Sleutelaar ondertussen was in de jaren tachtig ook vrijwel van het literaire podium verdwenen. Een essay hier en daar, een tentoonstelling, wat redactiewerk, hij verzamelde sprookjes (met Eelke de Jong) en begon een uitgeverij. Gedichten waren er nauwelijks, en bundels al helemaal niet. Als ‘ambteloos pennenvoerder’ ging hij in die tijd door het leven.

Grappig dat zowel Verhagen als Sleutelaar in de jaren negentig weer terugkeerden naar de poëzie, zij het de een (Sleutelaar) beduidend voorzichtiger dan de ander (Verhagen). Al kruisten hun wegen niet vaak: ze zijn altijd onlosmakelijk met elkaar verbonden geweest.