Martin Bril
(1959-2009)De opmerkingsgave van columnist, schrijver en dichter Martin Bril was bijzonder, hij had een goed oog voor treffende details en hield zich met details ook veel liever bezig dan met grote lijnen. Van de bakker op de hoek tot de geur van vers gemaaid gras: Bril deed met elke column een poging om het leven van alledag in taal te vangen.
Martin Bril
door onbekende makerVolgens goede vriend Bart Chabot was Martin Bril een loner.
Een outlaw, die indruk wekte hij geregeld, verwikkeld in zijn eigen Outlaw Blues. Met een grimmige en soms verbeten trek op het gelaat. Er viel wel wat te lachen in dit leven; maar zo heel veel te lachen viel er per saldo niet.
Het is Brils donkere kant die in dit portret belicht wordt. Die van de observator, en misschien zelfs een beetje de outlaw. Dat de achtergrond het idee geeft dat Bril beweegt, klopt ook wel: hij was altijd onderweg: soms wandelend, maar vaker nog met de auto. Een gele Volvo, waar hij met zoveel liefde over schreef dat de voormalig marketingdirecteur van het automerk verzuchtte: ‘Hij was de gedroomde ambassadeur.’ Tja.
Maar het is waar: Bril was op zijn best als hij naar obscure plekken reed, daar om zich heen keek zonder veel te doen, om dan weer terug te rijden, een ervaring rijker, net als de lezer. Of hij ging naar een serieuze persconferentie, om daar alleen maar te schrijven over bijzaken.
Bril was niet alleen columnist: samen met Dirk van Weelden schreef hij aan het begin van zijn carrière enkele bijzondere en sterke boeken: hun beider debuut Arbeidsvitaminen is nog steeds een enorm leuk boek. Van Weelden ging de wat serieuzere kant op, Bril werd steeds lichtvoetiger, zo leek het, maar daar zat ook schijn bij – zoals vooral blijkt uit zijn subtiele gedichten.
De zon ging stralend onder
De zon kwam stralend op
Daar lag het dus niet aan
Dat ik zo godvergeten was.
In 2009 stierf Bril, veel te jong.