Maurits Mok
(1907-1989)Maurits Mok
door Geertjan van Meurs (1926-2007)In 1984, als beeldend kunstenaar Geertjan van Meurs dit portret van Maurits Mok maakt, is het 50 jaar geleden dat Mok debuteerde met de roman Badseizoen, gevolgd door met name veel poëzie. Al vanaf jonge leeftijd wijdde Mok zich volledig aan de literatuur. Hij publiceerde romans, dichtbundels en novellen, leverde tal van bijdragen aan tijdschriften zoals Opwaartsche wegen, Groot Nederland, Maatstaf en De Gids, en schreef literaire kritieken voor onder meer Algemeen Handelsblad, De Haagse Courant en Vrij Nederland. Hij vertaalde werk van Jean-Paul Sartre, Aldous Huxley en D.H. Lawrence, en schreef bovendien enkele kinderboeken. Daarnaast zat hij in diverse jury’s van literaire prijzen. Zelf sleepte hij ook enkele prijzen in de wacht, waaronder in 1962 de Henriette Roland Holstprijs voor zijn gehele oeuvre en in 1969 de Marianne Philips-prijs.
Van Meurs en Mok kenden elkaar uit het kunstenaarsdorp Bergen en waren goed bevriend. De kunstenaar verluchtigde, samen met David Kouwenaar en enkele andere van Moks Bergense vrienden, Moks bundel Zeven gedichten & een fragment die in 1977 verscheen ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag.
Moks dochter Judith, naast zangeres en actrice zelf ook schrijfster en dichteres, herinnert zich hoe Van Meurs met regelmaat met de hond bij hen thuis kwam aanwaaien en bleef om te praten over filosofie en literatuur, terwijl hij jenever dronk. Vaak schoven ook A. Roland Holst, Gerrit Achterberg en Maurits Dekker aan, ‘all outstanding authors and drinkers’, aldus Judith Mok. Of Mok zelf meedronk is de vraag. Joost Nijsen haalt in ABC van de literaire uitgeverij aan hoe de Joods-Oostenrijkse schrijver en journalist Joseph Roth ooit schamper over Mok zei: ‘Ein Dichter der nicht trinkt!’