Podium-redactie
Podium-redactie
door Willem Schrofer (1898-1968)Zakelijk-modern, met drank en sigaretten in een donkere, rokerige ruimte, zo stelde de Haagse schilder Willem Schrofer zich een redactievergadering van Podium voor. Veel grijs, strakke lijnen: het was een modern tijdschrift, en de redactieleden – Gerrit Kouwenaar, Han Lammers, Sybren Polet, H.J.A. Hofland, Remco Campert en Gerrit Borgers – zijn geabstraheerd weergegeven, maar niettemin duidelijk herkenbaar. De heren zijn zeer onafhankelijk, kijken elkaar niet of nauwelijks aan, maar dankzij de lijnen is er wel een verband: het maakt een muzikale, jazzy indruk.
Het is 1961, de agressieve begintijd van het tijdschrift behoort tot het verleden, de experimentele Vijftigers-poëzie is inmiddels geaccepteerd als belangrijk genre. Het clandestien opgerichte Podium ontwikkelt zich in de jaren vijftig tot Nederlands grootste literaire tijdschrift. Onder leiding van Paul Rodenko wordt dit hét tijdschrift van de avant-garde, waarin de experimentele poëzie van de Vijftigers verschijnt. De dichters treden vaak ook toe tot de redactie. Eerst Hans Andreus, Sybren Polet, Gerrit Kouwenaar, gevolgd door Jan Elburg en Remco Campert. Ook schrijvers als Willem Frederik Hermans, Louis Paul Boon, Gerrit Achterberg werken aan het blad mee en geven het aanzien. Anderzijds is het redacteurschap bij Podium erg gewild: behalve een publicatiepodium levert het ook prestige op.
Podium kent een verwarrende reeks redactiewisselingen. Na de bloei van de jaren vijftig verliest het tijdschrift in het decennium daarop zijn leidende positie. In 1969 verschijnt het laatste nummer van het eens zo toonaangevende blad.