17 september 2020

Februari neemt de P.C. Hooft-prijs 2020 in ontvangst

Donderdag 17 september heeft Maxim Februari de P.C. Hooft-prijs 2020 voor beschouwend proza in ontvangst genomen. Voor het eerst was de uitreiking door elke literatuurliefhebber te volgen via een live programma op Literatuurmuseum.nl.

'Vandaag ben ik dankbaar voor alles tegelijk. Dankbaar voor schrijven en leven. Dankbaar dat literatuur iets is tussen mensen, dat het literaire werk van zoveel beminde schrijvers in mijn hoofd gist, schift en borrelt, dat mijn werk op zijn beurt in het hoofd van een enkeling rot en schimmelt, dat we elkaar allemaal lezen, voeden en bemesten. Ik sta dankbaar op de warme, levende mestvaalt van de letteren en voel me er, om Vasalis te citeren, in het paradijs gedreven', zo sprak Maxim Februari nadat hij de P.C. Hooft-prijs in ontvangst had genomen. Aan de prijs is een bedrag verbonden van € 60.000,-.

 

De feestelijke uitreiking, georganiseerd door het Literatuurmuseum, zou in eerste instantie in mei al plaatsvinden, maar werd vanwege de coronapandemie uitgesteld en aangepast. Een select aantal gasten woonde het programma bij in het Haagse theater Diligentia en tegelijkertijd kon elke literatuurliefhebber online een speciaal programma volgen dat werd gepresenteerd door Aldith Hunkar en Abdelkader Benali.

De jury, bestaande uit Marian Donner, Odile Heynders, Lotte Jensen, Jan de Roder (voorzitter) en Stephan Sanders, meende dat Februari deze prestigieuze prijs alleen al vanwege De maakbare man. Notities over transseksualiteit (2013) verdiend zou hebben, maar benadrukken dat hij nog veel meer geschreven heeft waarvoor deze oeuvreprijs een vanzelfsprekende bekroning is.

 

Fragementen uit het juryrapport:

'In het "Woord vooraf" van De maakbare man. Notities over transseksualiteit schrijft Februari over de onbeschaamde nieuwsgierigheid van programmamakers en interviewers naar precies die intieme kanten van het privéleven waarvan zij ongetwijfeld hebben gedacht dat iedereen dat wil weten, alsof we inmiddels allemaal de schaamte ver voorbij zijn. Maar op elke pagina van het boek is het tastbaar dat alleen iemand die zelf die transitie heeft doorgemaakt zó lucide, speels, humoristisch, tegendraads en niet in de laatste plaats ontroerend daarover kan schrijven. Zo kan alleen Februari dat. Onbedoeld is het een pleidooi voor literatuur, tegen een teveel, maar vooral ook tegen een te weinig ervan. De literatuur heeft het hard nodig.'

 

'Het perspectief is altijd dat van de schrijver. De stijl van de verteller bij Februari werpt een effectieve dam op tegen eenduidigheid, stelligheid en onwrikbaar gelijk. Bovendien biedt die stijl ook de vormen die ironie mogelijk maken zonder te verworden tot sarcasme en niet in de laatste plaats zelfspot zonder dat die verwordt tot ijdelheid.'