Lampe (1955) was enorm verrast toen ze het nieuws hoorde.‘Hoewel ik vind dat ik voldoende erkenning krijg, ben ik toch gewend om een beetje te knokken voor mijn werk. Het winnen van zo’n prestigieuze oeuvreprijs voelt als een doorbraak. Door een verband te leggen met andere schrijfsters wordt het bovendien nog waardevoller. Ik gaf onlangs een lezing over Ida Gerhardt die deze prijs in 1979 ontving. Zij ondervond nog veel weerstand van criticasters. Het is mooi dat het in deze tijd vanzelfsprekender is dat ook vrouwen op zo’n podium worden getild.’
De P.C. Hooft-prijs 2024 voor het oeuvre van Astrid Lampe is toegekend op voordracht van een jury bestaande uit Tsead Bruinja, Kiki Coumans, Maarten van der Graaff, Alfred Schaffer en Kila van der Starre (voorzitter). Ze schrijven in het juryrapport dat Lampe al sinds haar debuutbundel Rib (1997) in haar gedichten prangende vragen stelt over klimaat, lichamelijkheid en digitalisering. Ze noemen haar een van de meest eigenzinnige en genereuze dichters van onze tijd. ‘Astrid Lampe dicht met een diabolische intensiteit over het moderne leven, in zinnelijke en ontembare taal die vraagt om herlezing en herbeluistering. Ze laat lyriek en gevonden taal in elkaar overlopen, waarbij ze geen enkel register onbenut laat. Het resultaat is een open tekst, taal die zich bewust is van zichzelf en van haar grenzen.’ Ook prijst de jury de manier waarop zij internettaal, ambigue seksualiteit en de machinaties van economie en de fossiele industrie in elkaar drukt. ‘Lampe’s oog – en vooral ook oor – voor de invloed van digitale technologie op economie, klimaat en genderverhoudingen vallen op in haar oeuvre (…). Ze heeft de poëzie beïnvloed van veel jongere dichters in het Nederlands taalgebied.’
Het oeuvre van Astrid Lampe is opvallend onconventioneel en meerstemmig en omvat dertien poëziebundels – inclusief een woord-en-beeld-samenwerking met Roland Sohier, een alternatief Poëzieweekgeschenk met poetry stills en een citybook over Utrecht. Ze put uit literaire bronnen en ontleent taal aan de wereld van marketing, internet, de kunsten en de politiek. Zelf omschrijft Lampe haar werk als radicaal lyrisch. Activistisch, dwars, energiek. ‘Maar het is moeilijk de juiste omschrijving te vinden. Ik vind het vooral belangrijk dat mijn gedichten verleidelijke elementen bevatten. Ik probeer lezers via heel gewone, alledaagse zaken te verleiden om echt die poëzie tot zich te nemen en ze zo mee te sleuren die poëtische ruimte in.’
Het mooiste aan poëzie vindt Lampe dat het een manier is om je te verhouden tot de wereld en alles wat er aan de hand is. ‘In gedichten geef ik geen eensluidend antwoord op alle moeilijke vragen van deze tijd. Het gaat ook niet om meningen, want juist ambiguïteit vind ik heel belangrijk. Als ik me ergens kwaad om maak en dat verwerk in een gedicht, dan merk ik dat vanzelf ook de andere kant van het verhaal aan bod komt. Een gedicht kan op meer manieren worden gelezen. Dat haalt de angel uit de polarisatie. Poëzie leent zich ervoor om pijnpunten aan te stippen, maar geeft mentaal ook ongelooflijk veel ruimte. Er is zoveel onverteerbaars op de wereld. Poëzie helpt, net als andere kunstvormen, om toch te blijven ademen en mentaal ruimte te vinden om met die grote crises om te gaan.’
Over de P.C. Hooft-prijs
De P.C. Hooft-prijs bestaat sinds 1947, het jaar waarin de driehonderdste sterfdag van Pieter Corneliszoon Hooft werd herdacht. De oeuvreprijs wordt jaarlijks toegekend aan Nederlandse schrijvers voor een telkens wisselend genre: verhalend proza, beschouwend proza en poëzie. Eerdere laureaten in de categorie poëzie zijn onder anderen: Alfred Schaffer (2021), H.C. ten Berge (2006), Judith Herzberg (1997), J. Bernlef (1994), Ida M. Gerhardt (1979), Remco Campert (1976) en Lucebert (1967).
Aan de prijs is een bedrag verbonden van € 60.000. Het secretariaat van de Stichting P.C. Hooft-prijs voor Letterkunde wordt gevoerd door het Literatuurmuseum, dat ook de uitreiking organiseert.