Inhoud
1925

'Geboft'

’t Was groote vacantie en alle kinderen uit ’t kinderpensionaat, waar ik was, waren naar huis of op reis. Ik zou dit jaar niet uitgaan, omdat mijn moeder in een Zwitsersch sanatorium was en mijn vader in Indië.

Daarom hadden de twee dames van ’t pensionaat mij beloofd, dat ze nu een paar maal met mij naar Amsterdam zouden gaan of autotochtjes maken, maar jawel (!) een dag of wat later werd juffrouw De Kroes ziek, juist toen we naar de opvoering van ‘Sneeuwwitje’ zouden gaan kijken. Het speet me erg, vooral omdat ikzelf ook verkouden werd en dus de eerste dagen niet uit huis mocht. Gelukkig was mijn vriendinnetje Tia Doornbosch niet op reis en kwam mij elke dag gezelschap houden.

Op een middag, (ik was allang weer beter) speelden Tia en ik in den tuin, ‘Dag Helly’ hoorde ik opeens roepen en een groote auto stopte voor ’t hek. De dame, die er uit stapte, was een goede vriendin van mijn moeder; zij was met haar dochtertje Claartje, die ongeveer even oud was als ik zelf.

‘We moeten hier in de buurt op visite,’ zei mevrouw Van der Zee, ‘en we zochten juist het huis, toen Claartje opeens riep: “Daar heb je Helly!” Natuurlijk ben ik toen even gestopt. En hoe gaat het met jou en met Mams? En is het pension prettig? Zijn er aardige kinderen?’

‘O, ja mevrouw,’ zei ik, ‘maar ik ben op ’t oogenblik alleen, want ze zijn nu allemaal naar huis.’

‘Zoo, ben je alleen?’ zei mevrouw, ‘ja, dat is niet prettig voor je!’

‘Kom bij ons logeeren,’ zei Claartje opeens, ‘’t mag wel, hè Mams?’

‘O ja, natuurlijk mag je van mij bij ons komen logeeren,’ zei mevrouw, ‘Maar zouden de dames ’t wel goed vinden als je meeging naar Bussum? Wil ik ’t eens voor je vragen?’

Claartje begon alvast te dansen en te springen en wilde mij direct in de auto trekken, maar mevrouw ging naar ’t pensionaat om met juffrouw Préger te spreken. Na een poosje kwam ze weer naar buiten. ‘’t Mag hoor!’ riep mevrouw al van verre, ‘Claartje mag, zoolang ik op visite ben, hier blijven en helpen je koffer te pakken. Als ik straks terugkom, ga je mee naar Bussum!’

Dat was nou nog eens fijn! Claartje en ik waren veel te opgewonden om behoorlijk te pakken en toen dat was gebeurd, wilden we de zware koffer alvast naar buiten sleepen ook. Na een paar uur kwam mevrouw Van der Zee ons halen en ging ik mee naar Bussum, waar ik een paar heerlijke weken doorbracht.

 

Foto: Hella te paard in de bergen bij Saragan op Oost-Java, 1923