Een sinterklaas­gedicht van Vasalis, daar hoeft geen cadeau meer bij

De meeste sinterklaasgedichten worden voorgelezen in huiselijke kring om daarna te verdwijnen. Maar de verzen die dichter M. Vasalis schreef aan haar vrienden, waren het bewaren waard. Ze liggen nu in het Literatuurmuseum. 

 

Sinterklaasverzen van dichters in De Tijd

Lees meer

Dichters zijn net mensen, dus wanneer sinterklaas gevierd wordt, schrijven ze sinterklaasgedichten. Soms presenteerden ze hun resultaten in het openbaar, zoals de 25 dichters die door dagblad De Tijd gevraagd waren om hun eigentijdse klaasrijmpjes prijs te geven. Daar zaten mooie vondsten bij, maar sinterklaasgedichten waren het natuurlijk niet. Welk cadeautje zou je in ’s hemelsnaam kunnen krijgen bij het gedicht van Gerard den Brabander dat eindigt met deze regels? 

 

 

Trieste kindren hunkren aan de ruiten 

Tot hun adem ‘t' suikerhart besloeg. 

 

Door de wind en zijn satanisch fluiten 

worstel ik amechtig naar de kroeg 

 

om mijn dorst naar Sinterklaas te uiten ... 

Als ik eens een hart vol liefde vroeg? 

 

Nee, de échte sinterklaasgedichten worden niet geschreven om gepubliceerd te worden, die worden alleen voorgelezen in huiselijke kring om daarna te verdwijnen. 

 

De melancholieke en soepel rijmende sinterklaasverzen van M. Nijhoff

Lees meer

Behalve als ze terechtkomen in het Literatuurmuseum. Drie jaar geleden doken enkele sinterklaasgedichten op van M. Nijhoff, soepel rijmend en enigszins melancholiek in zijn versjes voor de familie van zijn vriendin Josine: ‘Sinterklaas zendt naar Maastricht / in de eerste plaats dit mooi gedicht.’ 

 

Dit jaar dook een map brieven op van Margaretha Droogleever Fortuyn-Leenmans, die we kennen als de dichter M. Vasalis. Het waren brieven aan Paulien Citroen – die ze in 1960 had leren kennen als collega op het Medisch Opvoedkundig Bureau – en haar man John Bruggeman. Ze raken bevriend, op een manier die Vasalis ‘verkwikkend’ noemt. Maaike Meijer geeft in haar biografie een mooie beschrijving van de vriendschap. Paulien is de dochter van Paul, die een beroemd geworden portret van Vasalis zou tekenen.

 

 

Margaretha Leenmans, 1960. Tekening: Paul Citroen, collectie: Literatuurmuseum

 

 

De vriendschap is een bron van vreugde, al wonen ze bepaald niet bij elkaar in de buurt en komen ze niet zeer regelmatig bij elkaar over de vloer. Maar de onderlinge betrokkenheid is groot: eind november stuurt Vasalis een bedankje aan John en Paulien na een geslaagd bezoek, Dat gaat in de vorm van een gedicht, met een ps’je: ‘Ik ben nog steeds ziek, heb geen enkel cadeautje kunnen kopen voor St. Nicolaas. Het komt allemaal later. Dit heb ik opgeschreven toen jullie weg waren, ik ben zo ontzettend blij dat we niet in conditie hoeven te zijn om van elkaar te kunnen genieten.’

 

Blijkbaar was sinterklaas inmiddels traditie geworden, en het feest duikt inderdaad niet alleen op in deze brief, maar ook in enkele sinterklaasgedichten. En daar zitten gedichten bij waarin het presentje in rijmende verzen wordt aangekondigd. Zo krijgt John een dichtbundel van Lodeizen, met een kort gedicht erbij:

 

 

Bij Hans Lodeizen past geen vers 

Van mij, voor jou, als ik dat kon

Was ik ook ‘zachteruitgelopen’ immers? 

Nu loop ik naast je, Lieve John. 

 

Ook Paulien krijgt een dichtbundel, van Leo Vroman, en de kinderen krijgen ook wat, en die cadeaus gaan vergezeld van een lief gedichtje.

 

 

Een gouden vogel, een zingende vis 

Een blond-gelokt en pratend paardje 

Een paddenstoel, die sneeuwen kan 

Een arresleetje voor Jeroen 

Een vliegend kleedje, een groote bloem, 

Die nooit verwelkt, een hoge spiegel 

Waarin je een oude tuin kunt zien… 

Dat zij de dingen die ’k Paulien 

Zoo graag zou geven. Wonderdingen, 

Waarvan ze lachen gaat en zingen 

Maar ik geef een ketting – niet zoo mooi 

(en schoonheid vraagt niet eens om fooi) 

En een klein bundeltje van Vroman 

Die zelf een wonder is, een ‘zoo’-man

 

 

 

Het is een merkwaardig besef dat Vasalis deze gedichten allemaal schreef jaren nadat ze zichzelf als dichter in een brief aan haar uitgever Geert van Oorschot dood had verklaard. Dichten deed ze dus nog wel, maar voor haar eigen plezier – én dat van haar vrienden. Ze begint aan een gedicht in het Duits waarin ze haar besluit toelicht  (‘was mich als Sterbling tröstet / tröstet  mich als Dichter nicht’) en schrijft een Engelstalig gedicht voor John Bruggeman.

 

En er is een interessant Franstalig gedicht, waar ‘voor Paulien’, boven staat, en dat ondertekend is met ‘(St. Nicolas, vieux égaré)’: Sinterklaas, eenzame oude man.

 

 

N’aimez-vous pas, belle fille mère tendre 

Et donc épouse, de moi entendre 

Les plaintes d’un cœur, soi-dit tragique 

Mais plutôt fort et héroïque 

Qui a battu, chanté, pleuré 

Pendant ses soixante-dix années, 

Jeune cœur d’un vieillard printanier, 

Doux et tenace, fort poétique 

 

La vie humaine est dure parfois 

Il y a des choses qui restent pourtant : 

Les bonnes larmes, sourires d’enfant 

Les yeux des vaches, clignotants 

L’odeur des prés-pluie sur la rue 

Regard d’amour, frais espérer 

Et les très rare amitiés 

Rions, pleurons, soyons heureux.

 

 

Franstalig gedicht voor Paulien. Collectie: Literatuurmuseum

 

 

Het is nauwelijks een sinterklaasgedicht, al staat diens naam er toch duidelijk onder. Het lijkt erop dat Vasalis hier morele ondersteuning geeft aan haar vriendin Paulien, mogelijk omdat haar moeder ziek was. Dat zou in elk geval kloppen met de verwijzing naar een hart van zeventig jaar, want Celine Bendien was van 1889 en zou in 1961 overlijden. Deze gedichten zijn dus uit omstreeks 1960.

 

In het Nederlands staat er ongeveer dit:

 

 

Houd je er niet van – mooie dochter, tedere moeder en dus echtgenoot – om van mij te horen over de klachten van een hart, tragisch zogezegd, maar vooral ook sterk en heroïsch. Een hart dat zeventig jaar heeft geklopt, gezongen, gehuild. Een jong hart van een prille grijsaard, zacht en vasthoudend, sterk poëtisch. 

 

Het menselijk leven is vaak zwaar maar er blijft toch genoeg over: Goede tranen, de lach van kinderen, de knipoog van een koe, de geur van regen op de straat. Wat liefde betreft is er nieuwe hoop, en zijn er zeldzame vriendschappen. Laten we lachen, laten we huilen, laten we gelukkig zijn. 

 

Nee, daar hoeft geen cadeautje meer bij.