Jan Wolkers weigerde de prijs. Per helikopter toog de pers naar Texel om de schrijver te interviewen. De bekroning kwam te laat, vond hij, en het bestuur van de stichting was corrupt. ‘Twintig jaar lang heb ik meesterwerken geschreven!’ reageerde hij voor het NOS-achtuurjournaal. ‘Kort Amerikaans, Een roos van vlees, Terug naar Oegstgeest, Turks fruit, De walgvogel, De kus, De doodshoofdvlinder, Perzik van onsterfelijkheid, Brandende liefde. Geen één van die boeken heeft ooit een prijs gekregen. Ik voel me geschoffeerd, gewoon, door die prijs. Ik denk: wat is er met me gebeurd? Ben ik ineens slecht gaan schrijven? Heb ik ontucht gepleegd met een van de mannelijke of vrouwelijke juryleden? Heb ik geld aan ze overgemaakt? Ik heb op m’n giroboekje gekeken, maar ook dat was niet waar. Dan denk ik: ja, wat is dat? Wat is er aan de hand?’