Jan
Wolkers

1989

P.C. Hooft-prijs
Jan Wolkers heeft de P.C. Hooft-prijs 1989 gekregen. De oeuvreprijs was dit jaar bestemd voor verhalend proza. Wolkers weigerde de prijs in ontvangst te nemen.

De P.C. Hooft-prijs 1989 voor het oeuvre van Jan Wolkers is toegekend op voordracht van een jury bestaande uit Martin van Amerongen (voorzitter), Hermine de Graaf, Hanny Michaelis, J.J.A. Mooij, Frans C. de Rover en Aad Meinderts (ambtelijk secretaris). Aan de P.C. Hooft-prijs is een bedrag verbonden van 25.000 gulden.

 

Jan Hendrik (Jan) Wolkers (Oegstgeest, 26 oktober 1925-Westermient, Texel, 19 oktober 2007), groeide op als derde kind in een gereformeerd gezin met tien kinderen. Zijn vader had een slecht lopende kruidenierswinkel. Wolkers bezocht de mulo, maar maakte deze school niet af. Hij moest zijn vader helpen in de winkel. Tijdens de oorlog had hij allerlei baantjes, als dierenverzorger in een laboratorium, als tuinman bij een miljonair en als jongste bediende op een distributiekantoor. In 1943 dook hij onder in Leiden. Na de oorlog nam hij les aan verschillende kunstacademies, in Den Haag en Amsterdam.

 

Hij ontving prijzen voor zijn werk en reisbeurzen en studeerde een jaar lang bij Zadkine in Parijs. Daar begon hij te schrijven. Van huis uit is hij een tamelijk succesvol beeldend kunstenaar. Zijn beeldende werk is vaak politiek geëngageerd. Hij maakte onder meer het (meer dan eens beschadigde) Auschwitzmonument (1977) in Amsterdam. Het schrijverschap is van later datum. In 1961 verscheen Serpentina’s petticoat, zijn eerste verhalenbundel. In 1963 kreeg hij hiervoor de Novelleprijs van de gemeente Amsterdam (fl. 2.500), die hij in 1966 terugstuurde uit protest tegen het optreden van de politie tegen de provo´s tijdens het huwelijk van Beatrix en Claus. Ook weigerde hij de Constantijn Huygens-prijs die hem in 1982 werd toegekend voor zijn gehele oeuvre, uit protest tegen de slordige en rancuneuze besprekingen van zijn boeken. Om dezelfde reden weigerde hij de P.C. Hooft-prijs in ontvangst te nemen. Wel accepteerde hij in 1991 de Busken Huetprijs voor zijn essaybundel Tarzan in Arles. De doorbraak naar een groot publiek kwam met de roman Turks Fruit (1969).

 

Naast verhalen en romans heeft Wolkers toneelstukken, essays en poëzie geschreven. Wolkers is drie keer getrouwd geweest en heeft twee zoons uit zijn eerste huwelijk. Sinds 1980 woonde hij met zijn derde vrouw Karina op Texel. Ze kregen een jongenstweeling. Voor de Europese Parlementsverkiezingen 2004 en Tweede Kamerverkiezingen 2006 stond Wolkers als lijstduwer op de lijst van de Partij voor de Dieren.
 

Kort voor zijn dood op 19 oktober 2007 schreef Wolkers het Groot Dictee der Nederlandse Taal dat op 19 december werd gehouden, zijn weduwe Karina heeft de tekst voorgelezen.


Fragment uit het juryrapport

Het werk van Jan Wolkers wordt in het juryrapport ‘bijzonder, indringend en opvallend’ genoemd, door de aandacht die het altijd heeft getrokken en door de intrinsieke waarde ervan. Vooral wordt de hechtheid van het oeuvre geroemd, waarin steeds weer dezelfde thema´s terugkeren, die te maken hebben met zijn calvinistische achtergrond. ‘Zoals zijn stijl een combinatie is van directheid en van overdaad, van treffende beelden en vergelijkingen, zo weet hij zijn oeuvre tot een grootse metafoor van zijn leven te verheffen.’ Het werk is veel complexer dan vaak wordt verondersteld en kan, volgens de jury, ‘door zijn betekenislagen en dubbele bodems op verschillende niveaus worden gelezen.’ Geprezen worden ook zijn gevoel voor humor en zijn beeldende, suggestieve stijl.

 

De volledige tekst van het juryrapport is te vinden in P.C. Hooft-prijs/Theo Thijssen-prijs van Aad Meinderts (Den Haag, 1993).

 

 

Meer lezen over Jan Wolkers

 

 

Credits portretfoto: Sjakkelien Vollebregt / Anefo / Nationaal Archief, CC0

Word vriend van het museum en maak nieuwe tentoonstellingen mogelijk! Help het museum