‘Waarom begrenzen we een hert bij zijn vel en maken we geen begrip van een “hert met een bol lucht van 1 m3 inhoud boven zijn schouders”?’ Het is een gedachtespel van Jan Hanlo, een van de meest speelse dichters van Nederland.
Met die speelsheid paste hij perfect bij het tijdschrift Barbarber dat in de jaren zestig ‘gewoon’ wilde zijn, omdat je dan al ‘literair genoeg’ kon zijn. Dat klinkt misschien wat degelijk, maar de praktijk was dat Bernlef, G. Brands en K. Schippers overal in de werkelijkheid mogelijkheden zagen om ergens mee te spelen. En zo’n suggestie van Jan Hanlo, om een ‘begrip’ te verzinnen voor de lucht die door het gewei werd omringd, was er een die direct werd overgenomen.
In de archieven van Barbarber en K. Schippers, die dit jaar aan de collectie van het Literatuurmuseum werden toegevoegd, zijn daarvan talrijke sporen te vinden. Zoals deze kleine illustraties van wat Jan Hanlo bedoelde. Een hert. En dan de lucht daarboven.