Rico
Bulthuis

1975

Bijzondere-prijs
Rico Bulthuis (1911-2009) kreeg de bijzondere prijs 1975 voor zijn autobiografische geschrift De dagen na donderdag.

In De dagen na donderdag (1975) beschrijft Bulthuis zijn herinneringen aan de crisisjaren, die begonnen met de beurskrach in New York op de ‘zwarte donderdag’ 24 oktober 1929. Er trekt een stoet kleurrijke Haagse figuren voorbij, die hij schetst in ‘vele snelle portretjes van vriend en vijand, van milieu en sfeer van die jaren van honger, uitbuiting, misère en jeugdige overmoed’. De jury vond het ‘een meeslepend boek, dat barst van de humor, vol anecdoten zit, maar aan de andere kant een navrant beeld geeft van de Haagse zelfkant. In tegenstelling tot Amsterdam is de tekening van de Haagse bohème vrij zeldzaam.’ ‘Zij het als bijkomstigheid’ was dit laatste voor de Haagse jury ook aanleiding voor de bekroning. 

 

‘In een cursiefje vooraf staat dat hij uit de wereld van de verlichte bourgeoisie kwam,’ vervolgde het rapport. ‘Bulthuis studeerde op de Akademie voor beeldende kunsten en die bracht hem ook de afkeer bij van de vaste betrekking met pensioen, die het ideaal van zijn vader was. Stellig uit vrijheidsdrift verzeilde Rico in de wereld van de altijd mislukkende hele en halve kunstenaars, de stempelaars, de hongerlijders, de spiritusdrinkers (…) in niet zo deftig Den Haag. Het ’s-Gravenhage van de spiritistische seances, van de aanhangers van Krishnamurti, de antroposofen.’  

 

‘De stoet van jonge mensen die Bulthuis zo vol bittere humor tekent, heb ik gekend,’ schreef Harriët Freezer in Algemeen Dagblad. ‘Uit op klusjes, omdat ze tenslotte nauwelijks meer in werk geloven, of dat nu spatborden wit verven, spiritisme, fotograferen, oplichterijen of huizenschilderen is. (…) En door het boek heen zie je het fascisme opkomen, de zwarthemden, blokleiders, nazi’s, de lachwekkende lammelingen, die tussen liefde, vriendschap en cabaret opduiken, om tenslotte alles te vervuilen. Onze crisis, die eindelijk een geestig biograaf vond, kwam ten einde in 1940 met de oorlog, waarover hij schrijft: “Het was verschrikkelijk dat het ons opluchtte. Er gebeurde iets. Eindelijk gebeurde er wat.”’ 

 

‘In deze autobiografie kon Rico Bulthuis zeer veel kwijt wat hem, de scherpe observeerder, is opgevallen en bijgebleven,’ schreef Jaap Harten in Bzzlletin. ‘Zijn typeringen zijn uitnemend en persoonlijk, hij noemt de beschreven figuren vrijwel allemaal bij hun eigen naam, windt nergens doekjes om, roept op rake wijze een tijdsbeeld op, en toont o.m. Den Haag in zijn krakende glorie van spiritisme, idealisme, en komediantendom.’ 

 

Rico Bulthuis had een zeer diverse loopbaan: hij was poppenspeler, illustrator, fotograaf, ambtenaar en reclametekenaar. Hij schreef een uiteenlopend oeuvre van cabaretteksten, kunstkritieken voor de Haagsche Courant, romans, psychologische thrillers en detectiveromans (waaronder Het andere verleden (1947), dat in 1963 verfilmd werd als De vergeten medeminnaar) en boeken over astrologie.  

Zijn typeringen zijn uitnemend en persoonlijk, hij noemt de beschreven figuren vrijwel allemaal bij hun eigen naam, windt nergens doekjes om, roept op rake wijze een tijdsbeeld op, en toont o.m. Den Haag in zijn krakende glorie van spiritisme, idealisme, en komediantendom’ 

Jury 

De jury bestond uit Gerrit Borgers, Pierre H. Dubois, Jacques den Haan, Gerrit Kamphuis, Harry Scholten en Paul de Wispelaere. Aan de bijzondere prijs was een bedrag van 3.000 gulden verbonden.

 

Uitreiking

De uitreiking vond plaats op vrijdagavond 19 december 1975 in het Haagse stadhuis. 

 

Credits portretfoto: Hans Roest

Word vriend van het museum en maak nieuwe tentoonstellingen mogelijk! Help het museum