Met deze toekenning ‘wordt een schrijfster geëerd die een uitgebreide lezerskring heeft. Dat is geen motief voor een bekroning’, schreef de jury. Een veelgelezen schrijfster echter, die ‘nooit is verleid tot het doen van kwaliteitsconcessies aan de publieke bewondering die haar ten deel viel. Dat is meer dan een toevallige verdienste, het is een karakter-kwaliteit.’
Hella S. Haasse debuteerde in 1945 met de dichtbundel Stroomversnelling, na publicaties in diverse tijdschriften. De CPNB nodigde haar uit voor een prozawedstrijd, het winnende manuscript zou in 1948 het Boekenweekgeschenk worden. Haar anonieme inzending was de novelle Oeroeg. Een jaar later verscheen Haasses eerste grote historische roman Het woud der verwachting, over dichter en politicus Charles d'Orléans. Dit samen vormde het begin van een omvangrijk oeuvre van romans, autobiografische werken als Zelfportret als legkaart en Persoonsbewijs, essays, toneelstukken, reisverhalen en cultuurhistorische en biografische studies, zoals De tuinen van Bomarzo en Mevrouw Bentinck of Onverenigbaarheid van karakter, dat in 1981 met De groten der aarde of Bentinck tegen Bentinck een vervolg kreeg. In 1961 al had Hella Haasse een oeuvreprijs gekregen, de Literatuurprijs Stichting Kunstenaarsverzet 1942-1945.
Altijd heeft Haasse haar eigen weg verkozen boven het succes, benadrukte de jury. ‘Haar kritisch-relativerende houding, het onophoudelijke afwegen en schiften van de fenomenen van onze hedendaagse wereld in het perspectief van wat het verleden, de filosofie, de psychologie, aan onze menselijke cultuur hebben bijgedragen, geven aan haar schrijverschap een ruimte en diepte die respect afdwingen.’
Kees Fens ging naar aanleiding van de bekroning in op de literaire essays en studies van Haasse, en noemde haar ‘een “gevaarlijk” schrijver in de beste zin van het woord’: ‘de eruditie is een doorleefde, de kennis een persoonlijk verwerkte, wat de stijl een zeer toegespitste maakt en de confrontatie met een auteur of een oeuvre tot een zeer persoonlijke ontmoeting.’