‘Een beklijvende roman met indringende psychologische portretten,’ vond de jury. De auteur laat ‘ons zien hoe onbetrouwbaar het geheugen is, hoe het bedriegen en verraden kan, net zoals de Noorse fjorden die de personages in hun jeugd verlokten. De onbehaaglijkheid die de lezer aan deze roman kluistert, komt geleidelijk opdoemen. Aanvankelijk lijkt er rust en zekerheid. Grip is een klassiek verhaal, dat niet tracht te overtuigen met spectaculaire gebeurtenissen. Wat overtuigt is de indrukwekkend avontuurlijke wijze waarop Enter in de psyche van zijn personages afdaalt.’
Twintig jaar na hun reis naar Noorwegen houden vier studievrienden een reünie. Met de trein reizen Paul en Vincent naar Lotte, die inmiddels samen met Martin een dochtertje heeft en in Wales woont. Maar, schrijft de jury, ‘het gaat vooral om de reis die ze in hun herinneringen maken, langs de dromen die ze hebben gekoesterd en verloren, de gemiste kansen, het levensgevoel van toen ze twintig waren, langs de beelden die ze van elkaar hebben en die gebrekkig blijken te zijn, en niet het minst langs het raadsel rond een incident dat zich lang geleden voordeed tijdens een klimexpeditie op de Noorse Lofoten. (…) De met grote precisie neergeschreven overpeinzingen lijken afkomstig van sterke figuren. Maar door de wisseling van perspectief tussen de drie mannen – de vrouw komt niet aan het woord – komen hun waarnemingen en herinneringen op losse schroeven te staan. Vroegere zekerheden brokkelen af, vergankelijkheid en verlorenheid krijgen de personages in de greep.’