Haar essay laat de jury anders kijken naar wat ze dachten te kennen: handicap. ‘Geen beperking, wél een bevrijding.’ De jury prijst Van Ertvelde omdat ze ‘niet alleen de crip theorie introduceert in ons taalgebied, ze herziet ook de taal die we erfden om over lichamen te praten. En met die taal verandert ze ons denken. Handicap is een essay waarvan we hopen dat iedereen de kans krijgt om het te lezen.’
In Handicap: een bevrijding (2024) benadert Van Ertvelde handicap als een politieke conditie, een zienswijze die de mogelijkheid biedt om radicaal anders naar onze samenleving te kijken. Op scherpe wijze onderzoekt ze wat de samenleving ons wil vertellen over handicap, en hoe dit onze blik ongemerkt beïnvloedt over het hele scala: identiteit, kunst, seksualiteit, intimiteit, werk, burn-out, burgerschap en verzet. In een intieme en confronterende zoektocht vraagt Van Ertvelde zich af hoe ze kan thuishoren in een wereld die haar niet vanzelfsprekend accepteert.
‘Haar boek is een pamflet, een aanklacht tegen het feit dat ze altijd maar weer moet uitleggen waarom haar lichaam anders is,’ schreef de Volkskrant. Van Ertvelde ontworstelde zich aan de dynamiek van autobiografisch verhaal met antwoorden voor de nieuwsgierige lezer, zegt ze in diezelfde krant: ‘Ik wilde het eens omdraaien. De lezer vragen stellen. Als ik naar de wereld kijk, en hoe we die inrichten, heb ik daar namelijk best wat vragen over.’