De J. Greshoff-prijs is de tweejaarlijkse essayprijs van de gemeente Den Haag. De prijs wordt door de Jan Campert-stichting toegekend voor een recent verschenen essay of essaybundel. Het Literatuurmuseum verzorgt de prijsuitreiking, die doorgaans plaatsvindt in januari.
De J. Greshoff-prijs werd in 1978 door de Jan Campert-Stichting ingesteld als voortzetting van de bijzondere prijs. Dat jaar werd het prijzengeld verhoogd naar 4.000 gulden – 500 gulden meer dan de bijzondere prijs in de jaren zeventig. De prijs kwam daarmee op het niveau van de F. Bordewijk-prijs. Tegenwoordig bedraagt de prijs 6.000 euro.
Jan Greshoff (1888-1971) was zijn journalistieke carrière begonnen in Den Haag en bleef ook in zijn Brusselse tijd o.a. aan de Haagse krant Het Vaderland verbonden.
In 1967 had hij de Constantijn Huygens-prijs mogen ontvangen voor zijn gehele oeuvre. De jury roemde hem om zijn ‘veelzijdige betekenis (…) voor de Nederlandse literatuur in de eerste helft van deze eeuw, zowel creatief als organisatorisch’. Greshoff was een zeer productief en begaafd dichter, en het merendeel van zijn werk werd uitgegeven door de Haagse uitgever A.A.M. Stols, die tot 1951 bestuurslid was geweest van de Jan Campert-Stichting.
Maar Greshoff werd vooral bekend als ontdekker en promotor van literair talent. Hij was bevriend met talloze auteurs en kunstenaars van zijn generatie – onder wie J.C. Bloem, A. Roland Holst, Menno ter Braak en Willem Elsschot. Hij stelde bibliofiele reeksen en bloemlezingen samen, was redacteur van verschillende tijdschriften en zette uitgeverijen op.
Greshoff verhuisde in 1927 naar Brussel en emigreerde in 1939 met zijn gezin naar Kaapstad. Vanaf 1947 schreef hij daar zijn wekelijkse literaire kronieken voor Het Vaderland. In zijn laatste essayistische werk Afscheid van Europa (1969) blikt Greshoff terug op zijn literaire leven.