‘Het verhaalgebeuren van dit boek speelt zich af direkt na de bevrijding in 1945, een periode waarin herwonnen leefruimte voor volwassenen een heroriëntatie in het bestaan met zich meebracht,’ schreef de jury. ‘Op knappe en scherpe wijze tekent Imme Dros de bewustwording van de hoofdfiguur Eva [die zich] aanvankelijk geen raad weet met de veranderde wereld in een tijd van vrede. Zij verlangt zelf terug naar de oorlogsituatie, een tijd waarin je zomaar mocht liegen, je hielp daar zelfs mensen mee.’
In het oeuvre van Dros willen de figuren vaak boven zichzelf uitstijgen, schrijft Harry Bekkering in het begeleidend essay bij de prijs. Of het nu gaat om een duif die dapper moet worden of een elfjarig meisje dat al grijze haren krijgt, Dros wil hen én de lezer meegeven dat je meer kunt dan je denkt, en meer waard bent dan je denkt. Door in En een tijd van vrede (1983) geen moraliserende vertelvorm te gebruiken maar juist een ‘persoonlijke literaire verwerking van de problematiek’ te beschrijven, creëert ze ‘de mogelijkheid voor zichzelf en vooral voor de lezer (…) bestaande inzichten te heroriënteren’.