‘Het ideale kinderboek voor de Kersttijd’, vond de jury. ‘Goed en kwaad worden weer even duidelijk gedefinieerd en er is ook geen twijfel mogelijk over wat uiteindelijk overwint: het goede dus. Verhoudingen tussen mensen die elkaar na staan, spanningen, de tussenkomst van een buitenstaander die die vaste verhoudingen omver gooit: [Hazelhoff] heeft in een aantal boeken dat thema in verschillende varianten uitgewerkt. In Veren is het tot op het bot uitgekleed: het is letterlijk een guur verhaal geworden, over gure emoties en het speelt in een guur land. Maar de afloop is warm, dat wel. Zoals ook hoort in een goed kinderboek.’
Veren is een sprookje, vervolgde de jury, waarin het draait om de tweeling Nini en Maja. Nini is de slimste, Maja is ‘net niet achterlijk maar wel erg traag’. Met hun ouders gaan ze op vakantie naar een grijs ‘verhalenland’ aan zee. Ze komen terecht in een onvriendelijk huisje dat grauwheid en onaangename kou uitwasemt. In dit vreselijke huisje moet wel iets vreselijks gebeurd zijn, denkt Nini, en dat klopt ook. In het huisje woonde een moeder die haar dochter alleen achterliet. Die dochter, Nessa met de groene ogen, zwerft wrokkig rond het huisje. Nini is onmiddellijk gefascineerd door dit vreemde meisje, maar Nessa heeft meer oog voor Maja, die het buitenlandse meisje moeiteloos blijkt te kunnen begrijpen. Nini, die verliefd is geworden op Nessa, wordt vreselijk jaloers.