Miep
Diekmann

1975

Nienke van Hichtum-prijs
Miep Diekmann (1925-2017) heeft de tweejaarlijkse Nienke van Hichtum-prijs 1975 gekregen voor haar jeugdboek Dan ben je nergens meer.

Een ‘rijp jeugdboek’, schreef de jury. Het is niet alleen een ‘avontuurlijk reisverhaal’, maar ‘toch vooral het verslag van een innerlijke reis, die een andere dan oppervlakkige kijk op mensen oplevert en die tot zelfontdekking en bewuster leven leidt’. 

 

In Dan ben je nergens meer (1975) gaat de negentienjarige Mickey uit Nederland logeren bij haar zus Dory, die getrouwd is met een plantage-eigenaar op het paradijselijke Caribische eiland St. Musa. Tijdens de reis raakt ze bevriend met de knappe Vince, die haar helpt als een douanier haar treitert bij de grenscontrole. Voor het eerst wordt Mickey als Hollandse geconfronteerd met discriminatie. Bij haar zus ervaart ze het weelderige leven van de rijke Europeanen, maar Vince’ betrokkenheid bij de gelijke rechten-beweging opent haar ogen voor scheve verhoudingen op het eiland. Weer terug in Nederland gaat ze studeren en zet ze zich in voor de wereld.  

‘Als er geen boeken over zwarte kinderen zijn, ga ík ze wel schrijven, bedacht ik’

Diekmann pleitte voor realistische verhalen waarin jongeren hun eigen problemen kunnen herkennen, schreef Wim Rutgers in De Caraïbische jeugdboeken van Miep Diekmann. In De dagen van Olim maakt ze haar standpunt duidelijk: ‘na een paar bladzijden klapte [Josje het boek] geërgerd dicht. Weer zo’n stom verhaal met allemaal van die keurige meisjes, die zich keurig naar een verloving sloofden met een ín-keurige jongen. En intussen maar ouwehoeren over de hogere zaken des levens. Nooit iets over jongens, die in je bloesje grabbelden; (…) Kwaad sprong ze overeind, trapte het boek de zaal in. Zij stonk er niet in, in die zoete koek.’ Uit afkeer begon Diekmann eigenhandig het genre van het jeugdboek, schreef Rutgers, ‘waarmee ze de jeugd wil helpen om al jong op eigen benen te leren staan (…). De jeugd moet leren zelf beslissingen te nemen en daarna ook de verantwoordelijkheid voor die zelf-genomen besluiten dragen, en zich niet achter het toch-nog-kind-zijn verstoppen. (…) Zelf beschouwt ze dit als het grondthema van al haar jeugdboeken.’ 

 

Diekmann woonde in haar jeugd een aantal jaar op de Antillen. ‘Daar werd ik voor het eerst geconfronteerd met donkere kinderen, want die hadden wij toen helemaal niet in Nederland, in 1934,’ zei ze in een interview met het Literatuurmuseum (toen nog Letterkundig museum). ‘Als er geen boeken over zwarte kinderen zijn, ga ík ze wel schrijven, bedacht ik.’ 

 

Miep Diekmann was journaliste en schrijfster. Haar eerste boeken waren licht van toon, zoals Voltooid verleden tijd: meisjesroman (1947), en Annejet helpt een handje (1956). Over de Antillen schreef ze o.a. De boten van Brakkeput (1956, Kinderboekenprijs), Marijn bij de lorredraaiers (1965) en De dagen van Olim (1971). Ze ontving de Duitse Jeugdliteratuurprijs (1964) en de driejaarlijkse Staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur (1970). Diekmann richtte een Arubaanse uitgeverij Charuba op, en was betrokken bij de oprichting van twee jeugdliteratuurprijzen: de Staatsprijs (de huidige Theo Thijssen-prijs) en de Nienke van Hichtum-prijs. In 1970 won Diekmann de Theo Thijssen-prijs voor haar oeuvre, 

 

Het omslag en de illustraties van Dan ben je nergens meer zijn van Thé Tjong-Khing.  

Jury

De jury bestond uit Gerrit Borgers, Paul Biegel, Pierre H. Dubois, Jacques den Haan en Gerrit Kamphuis. Aan de Nienke van Hichtum-prijs is een bedrag van 3.000 gulden verbonden. 

 

Uitreiking

De uitreiking vond plaats op vrijdagavond 19 december 1975 in het Haagse stadhuis. 

 

Meer lezen over Miep Diekmann

 

Credits portretfoto: Rop te Riet

Word vriend van het museum en maak nieuwe tentoonstellingen mogelijk! Help het museum