Samen met zijn vriendje Lenny struint Bing door hun dorp. Ze zijn op zoek naar Dani Bennoni, de beste voetballer uit de buurt. Bing wil dat hij hem leert voetballen. Niet voor zichzelf, maar voor zijn broer Moon, die een paar maanden eerder is opgeroepen voor het leger. Als Moon terugkomt zal hij versteld staan. Maar Dani weigert hem te leren voetballen: Bing is beter in zingen en knutselen, vindt hij. Bing legt zich er niet bij neer en zet met Lenny een manipulatief spel op waarbij ze Dani via hun buurmeisje Martha, die een oogje heeft op de stoere voetballer, zover proberen te krijgen. Intussen dreigt de naderende oorlog ook voor Dani gevolgen te hebben en wordt het de lezer duidelijk dat tussen Dani en Bing een seksueel geladen geheim bestaat.
‘Moeyaert is niet alleen de taal meester, hij is ook een meester van de suggestie,’ schreef de jury. ‘Heel veel in het boek blijft onuitgesproken, maar de dreiging, de bedoelingen vóél je door het wit van de regels heen. Als geen ander weet hij zinnen uit zijn pen te toveren die sprekende, meeslepende béélden vormen, waardoor de taal een krachtige suggestieve werking krijgt en de lezer (…) alle ruimte een eigen betekenis aan die beelden te geven.’