‘Waarheid en leugen, schuld en onschuld, goed en fout, en de dunne grens daartussen: daarover gaat deze monumentale coming-of-age-roman,’ schreef de jury. In een ‘sobere stijl, zonder overbodige franjes en in vinnige, geloofwaardige Vlaams klinkende dialogen’ laat Beerten vier jonge hoofdpersonen aan het woord tegen de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog. Ze creëert ‘een vernuftig caleidoscopisch beeld van personages, meningen en feiten’.
In Allemaal willen we de hemel (2008) dromen de vrienden Jef en Ward ervan een held te worden. Als Ward zich laat inlijven bij het Vlaams Nationaal Verbond wordt hem snel duidelijk dat hij de verkeerde keuze heeft gemaakt, maar eenmaal aan het Oostfront kan hij niet meer weg. In het dorp is hij voortaan de ‘foute’ jongen. Jef wordt teruggefloten door zijn vader, en wordt vervolgens ten onrechte als verzetsheld onthaald. Intussen worstelen Jefs zus Renée en broertje Remi met hun toekomstplannen. Moeten ze wachten tot de oorlog voorbij is voor ze beginnen te leven? In de jaren na de oorlog blijven Jef en Ward allebei in de greep van hun leugens, wat leidt tot een noodlottige confrontatie. ‘Mondjesmaat distilleert de lezer uit de verschillende versies de ware toedracht,’ aldus het rapport. ‘Relevante achtergrondinformatie over Vlaanderen, collaboratie en verzet wordt gedoseerd en subtiel meegegeven en er wordt ook slim met de tijd gespeeld.’