De P.C. Hooft-prijs 1964 voor het oeuvre van Leo Vroman werd toegekend op voordracht van een jury bestaande uit Hans Andreus, Ad den Besten (voorzitter), Piet Calis, Ed. Hoornik, Harriët Laurey, Adriaan Morriën, Nel Noordzij en H.G. Kompen (ambtelijk secretaris). Aan de P.C. Hooft-prijs is een bedrag verbonden van 5.000 gulden.
Leo Vroman (Gouda, 10 april 1915 – Fort Worth, 22 februari 2014), was de jongste zoon uit een Joods gezin. Zijn vader was natuurkundeleraar en zijn moeder wiskundelerares. Na de HBS ging Leo Vroman biologie studeren in Utrecht. Tijdens zijn studententijd ontmoette hij Georgine Maria (Tineke) Sanders, met wie hij zich hetzelfde jaar nog verloofde. Na de inval van de Duitsers nam Vroman op 14 mei 1940 met een zeilboot de wijk naar Engeland. Van daaruit reisde hij door naar het voormalige Nederlands-Indië. Tijdens de Japanse bezetting belandde Vroman als krijgsgevangene in verschillende interneringskampen op Java en later in Japan. Na de bevrijding vertrok hij naar de Verenigde Staten waar hij een baan kreeg als onderzoeker op het gebied van bloedstolling. In 1947 kwam Tineke, met wie hij al die tijd verloofd was gebleven, naar Amerika. Ze trouwden de volgende dag en kregen twee dochters. Sinds 1951 is Vroman Amerikaans staatsburger. Hij promoveerde in 1958 en was vanaf 1965 verbonden als hematoloog aan het Veterans’ Administration Hospital in Brooklyn NY. In zijn Utrechtse studententijd ontwikkelde Vroman zijn tekentalent. Hij schilderde decors, tekende strips en illustreerde boeken van anderen. In 1946 debuteerde hij met de bundel Gedichten. Ook schreef hij verhalen, zoals De adem van Mars (1956) en Snippers van Leo Vroman (1958).
Leo Vroman kreeg verschillende prijzen, naast de P.C. Hooft-prijs: de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs, twee keer de Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam, de Bijenkorf-poëzieprijs, de Prijs van de Stichting Kunstenaarsverzet en de VSB-poëzieprijs voor Psalmen (1995). In 1989 kreeg hij een eredoctoraat in de letteren van de Rijksuniversiteit Groningen. Door Kees Fens werd hij ooit ‘de vlakbijste dichter van Nederland’ genoemd.