Wanneer M. Vasalis (ps. van M. Droogleever Fortuyn-Leenmans) de prijs ontvangt is ze hoogleraar psychiatrie aan de Rijksuniversiteit. Ze heeft dan al twintig jaar geen bundel meer uitgebracht, maar haar werk is ongekend populair. ‘Men leest het en herleest het (…) de recente publikatie van een nieuw gedicht in het tijdschrift Tirade wordt algemeen met vreugde begroet,’ aldus de jury. ‘De poëzie van Vasalis blijkt tegen vergetelheidskansen zoals beperkte omvang en lang zwijgen bestand te zijn. Een dergelijke evidentie getuigt van een ongewoon sterk dichterschap.’
Vasalis publiceerde drie bundels: Parken en woestijnen (1940, in 1941 bekroond met de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs), De vogel Phoenix (1947) en Vergezichten en gezichten (1954, Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam 1955). In 1936 waren haar eerste vijf gedichten geplaatst in het tijdschrift Groot Nederland en in 1939 verschenen zeven gedichten die ze schreef tijdens haar verblijf van negen maanden in de Karoo (Zuid-Afrika) in het tijdschrift Werk. Haar prozadebuut Onweer speelt ook in Zuid-Afrika en werd opgenomen in Drie novellen, het boekenweekgeschenk van 1940. ‘De eerste indrukken omtrent dit talent werden hierdoor verstevigd,’ schreef De Telegraaf in 1941. De novelle was, net als haar gedichten, ‘boeiend, suggestief en oorspronkelijk in hooge mate’.