Met Carmiggelt werd een schrijver bekroond ‘die een algemene populariteit en vermaardheid heeft gekregen in de jaren na de oorlog voor een genre dat eigenlijk nooit erkenning heeft gevonden in ons land, waar het trouwens weinig en nergens met zoveel talent is beoefend’, aldus dagblad Het Vaderland, de jurywoorden samenvattend. ‘Het genre van de geestige korte stukjes, die in een behoefte voorzien, is misschien moeilijker dan welk genre ook. Maar Simon Carmiggelt bedrijft het daarenboven met een zeldzaam meesterschap over de Nederlandse taal.’ Deze toekenning was ook bedoeld om ‘de humor als een volwaardige litteraire vorm te erkennen’.
Vanaf 1936 schreef Carmiggelt zijn cursiefjes – tegenwoordig columns geheten – in de rubriek ‘Kleinigheden’ van de Haagse krant Vooruit, waar hij in 1940 onder de Duitse bezetting werd ontslagen. Het bekendst werd Carmiggelt echter met de stukjes onder de naam ‘Kronkel’, vanaf 1946 voor Het Parool. Korte, humoristische impressies, vaak van mensen die hij tegenkwam op straat en in het café. Maar ook Carmiggelts liefde voor katten speelde een grote rol. Lezers werden op de hoogte gehouden van de avonturen van zijn huiskatten. In Poespas (1952) werden de kattenverhalen gebundeld, aangevuld met andere stukken.
Een ‘geestige kijk op kat en mens’, vond De Telegraaf, die Carmiggelts ‘vaak kostelijke woordkeuze en onvermoeibare zelfspot’ belichtte. ‘Tot het tijdstip, waarop zij tot autobiografieën in staat zijn, mogen de poezen en katers van elke rang en stand, die hier worden geschetst, met een levensbeschrijving als die van de pen van Carmiggelt alleszins tevreden zijn.’
Carmiggelt gaf ook in Poespas ‘meesterlijke schrijf-toeren weer’, aldus Lex Leclerc in de Volkskrant. ‘Het boekje bevat verhalen over katten en net als de kwantiteit daarvan vervelend begint te worden, verandert het van onderwerp en begint het over kinderen en grote mensen. Ze zijn altijd grappig en soms, zoals ik zeg, verbluffend goed geschreven.’
Poespas werd geïllustreerd door kalligraaf en tekenaar Bertram, artiestennaam van Bertram Adam Thomas Weihs. Het behoorde bovendien tot de vijftig best verzorgde boeken van 1952.