Om goede kunst te maken moet je ongelukkig zijn, denkt men vaak. Flauwekul, vindt ’t Hart, het gaat juist om het geluk tijdens het maken van kunst. In Het gelukkige schrijven (2015) probeert ’t Hart het geluk van de maker te begrijpen: wie heeft het, wie niet? En wat moet je doen om het te bereiken?
‘Er zijn weinig schrijvers die zo nieuwsgierig zijn naar wat anderen hebben geschreven (…), zij het niet naar waarover ze hebben geschreven, maar naar hoe ze hebben geschreven,’ stelde de jury. ‘’t Hart heeft dan ook een broertje dood aan morele oordelen in het denken over literatuur en dat gaat – heel verfrissend – tegen de heersende mode in. (…) Door de speelsheid die zo karakteristiek is voor de essays van ’t Hart en die het lezen van Het gelukkige schrijven tot zo’n groot plezier maakt, zouden we bijna vergeten dat er toch echt iets op het spel staat. Gelukkig word je niet zomaar, als schrijver niet en als lezer niet.’