De P.C. Hooft-prijs 1975 voor het oeuvre van Rudy Kousbroek is toegekend op voordracht van een jury bestaande uit S. Dresden (voorzitter), Renate Rubinstein, H.J.A. Hofland, Jacques Kruithof, Wam de Moor en H.J. Kompen was ambtelijk secretaris). Aan de P.C. Hooft-prijs is een bedrag verbonden van 10.000 gulden.
Herman Rudolf (Rudy) Kousbroek (Pemantang Siantar (Indonesië), 1 november 1929 - Leiden, 10 april 2010) had een paradijselijke jeugd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij geïnterneerd in een Jappenkamp. Na de oorlog kwam hij met zijn ouders naar Nederland. Hij studeerde wis- en natuurkunde in Amsterdam en Japans in Parijs. Van 1950 tot 1971 woonde hij in Parijs, met Ethel Portnoy. Hij hertrouwde met Sarah Hart. Uit deze twee verbintenissen werden drie kinderen geboren. In 1950 richtte hij met Remco Campert het tijdschrift Braak op. Hij debuteerde met de dichtbundel Begrafenis van een keerkring in 1953. Op latere leeftijd schreef hij kindergedichten, maar hij werd vooral bekend om zijn essays, die werden gebundeld in de reeks Anathema’s. Kees Fens roemde zijn heldere en gevoelige taal, gevoed door zijn dubbele vorming in de alfa- en bètawetenschappen.
Kousbroek kreeg behalve de P.C. Hooft-prijs nog twee andere essayprijzen: de essayprijs van de gemeente Amsterdam en de Jan Hanlo Essayprijs. In 1994 kreeg hij een eredoctoraat in de wijsbegeerte van de Rijksuniversiteit Groningen. Voor de Europese verkiezingen 2004 en de Tweede Kamerverkiezingen 2006 was hij lijstduwer voor de Partij van de Dieren.