De P.C. Hooft-prijs 1992 voor het oeuvre van Anton Koolhaas is toegekend op voordracht van een jury bestaande uit Ton Anbeek, Piet Calis, Kees Fens (voorzitter), Kester Freriks, Charlotte Mutsaers en Aad Meinderts (ambtelijk secretaris). Aan de P.C. Hooft-prijs is een bedrag verbonden van 125.000 gulden (waarvan 50.000 gulden voor een specifiek literair doel).
Anthonie (Anton) Koolhaas (Utrecht, 16 november 1912 – Amsterdam, 16 december 1992) groeide op als jongste van vier kinderen in een remonstrants gezin. Na de hbs volgde hij aan de universiteit een studieprogramma om zich voor te bereiden op een journalistieke loopbaan. Hij was lid van de Utrechtse studentenvereniging Unitas waar hij A. Alberts en Leo Vroman leerde kennen. Van 1935 tot 1945 werkte hij als buitenlandredacteur bij de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Van 1946 tot 1952 werkte hij als film- en toneelcriticus bij De Groene Amsterdammer, waarvoor hij ook dierenverhalen schreef. Daarna was hij jarenlang toneel- en balletcriticus voor Vrij Nederland. Ook werkte hij als docent scenarioschrijven aan de Nederlandse Filmacademie, waarvan hij van 1968 tot 1977 directeur zou zijn. Hij schreef zelf ook toneelstukken en filmscenario’s, voor Bij de beesten af (1972) en Dokter Pulder zaait papavers (1975) van Bert Haanstra. In 1956 debuteerde hij als verhalenschrijver met Poging tot instinct en andere dierenverhalen. Daarna zou er elk jaar een nieuwe verhalenbundel volgen. Zijn grote doorbraak kwam met Vanwege een tere huid, waarvan 22 drukken zouden verschijnen.
Hij kreeg verschillende literaire prijzen: de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs, de Tollensprijs, de Multatuliprijs, de Frans Erensprijs en de Constantijn Huygens-prijs voor zijn gehele oeuvre.