De P.C. Hooft-prijs 1999 voor het oeuvre van Arthur Lehning is toegekend op voordracht van een jury bestaande uit Anet Bleich, G.J. Dorleijn, M. Februari, J.J. Oversteegen en Martin Reints (voorzitter) en Aad Meinderts (ambtelijk secretaris). Aan de P.C. Hooft-prijs is een bedrag verbonden van 125.000 gulden (waarvan 50.000 gulden voor een specifiek literair doel).
(Paul) Arthur (Müller-) Lehning (Utrecht, 23 oktober 1899 – Lys-St.Georges, 1 januari 2000), bracht zijn jeugd door in Zeist, in de sfeer van de Evangelische Broedergemeenschap waarvan zijn stiefvader lid was. Zelf trad hij niet toe tot de gemeenschap. Hij studeerde economie in Rotterdam en geschiedenis in Berlijn. Lehning had een anarchistische inslag. In 1935 was hij een van de oprichters van het Internationale Instituut voor Sociale Geschiedenis, in Amsterdam. In 1936 was hij in Spanje, toen de burgeroorlog uitbrak. Nadat de Catalonische anarchisten eerst door communisten werden verraden en later door de fascisten onder de voet werden gelopen heeft Lehning in zijn verdere leven anarchisme vooral als een kritische theorie beschouwd. Hij schreef historische en essayistische beschouwingen over politiek, het internationale socialisme, het communisme, kunst en cultuur.
In 1963 kreeg hij een bijzondere prijs van de Jan Campert-stichting. In 1976 verleende de Universiteit van Amsterdam hem een eredoctoraat en in 1992 ontving hij een Gouden Ganzenveer voor zijn uitzonderlijke bijdrage aan het Nederlandse cultuurbezit.