Tentoonstelling Kòrsou – Curaçao nu te zien in het Nationaal Archief
Er zijn schrijvers die hun manuscript het liefst persoonlijk komen inleveren. De voltooiing van een roman is te bijzonder om te volstaan met het versturen van een pakketje (laat staan een mailtje). Het is zoveel plezieriger om een ferme stapel papier te kunnen overhandigen aan de eerste lezer. Maar dat zit er voor Boeli van Leeuwen niet in, want hij woont op Curaçao en heeft een Amsterdamse uitgever: P.N. van Kampen & Zoon. Uit de brieven die ze uitwisselen, blijkt dat het inleveren van een nieuw boek niet zomaar een moment is. Als de briefwisseling begint, is Van Leeuwen bezig met de afronding van Een vreemdeling op aarde. Altijd lastig, een opvolger voor een succesvolle debuutroman, want De rots der struikeling was al toe aan de vierde druk, en bovendien had hij voor het boek de Vijverbergprijs in ontvangst mogen nemen.
De rots der struikeling vertelt het verhaal van Eddy Lejeune en de moeizame verhouding tot zijn geboortegrond. Het verhaal is gedeeltelijk autobiografisch, net als dat van Een vreemdeling op aarde. In dat boek heeft de hoofdpersoon een andere naam, maar de roman laat zich eenvoudig lezen als een opvolger. Dit boek verkent de alternatieven voor de geboortegrond: het gaat over Nederland, Spanje – als onmogelijk alternatief voor het leven op Curaçao. Want daar was Van Leeuwen wel achter gekomen. Hij had als student en later ook onderzoeker in zowel Leiden als Amsterdam gewoond, maar wist al snel: zijn thuis was op Curaçao.
Een vreemdeling op aarde heeft dezelfde urgentie als zijn eersteling, en het is met net zoveel vuur geschreven, dat is aan het manuscript duidelijk te zien.