Anna Blaman

Anna Blaman

Miserabel, buitenissig, vies maar ook gevoelig, scherpzinnig, oprecht… Het zijn enkele van de typeringen waarmee 'Eenzaam avontuur' van Anna Blaman bij verschijnen in 1948 in de kritiek werd begroet. De controversiële roman werd zelfs inzet van een schertsproces, een boekentribunaal, waarin de schrijfster onder meer beschuldigd werd van ‘psychologische onsamenhangendheid en imbeciliteit’.

Anna Blaman wordt als Johanna Petronella Vrugt (1905-1960) geboren als het middelste van drie kinderen uit de verbintenis van Pieter Vrugt met Johanna Wessels. Over de betekenis van haar pseudoniem bestaan allerlei theorieën, maar feit is dat we over de achtergrond daarvan door passages uit brieven niet meer weten dan dat er een ‘onzegbaar geheim achter schuilgaat’ en dat het pseudoniem haar ‘ingegeven werd door een hogere macht’.

Met haar vader, eigenaar van een aantal rijwielzaken in Rotterdam, heeft ze vanwege zijn hardvochtige karakter een moeizame verhouding. Hij overlijdt als Blaman 12 jaar is, op 44-jarige leeftijd. Haar moeder verkoopt na de dood van haar man de zaken en begint in 1918 een pension in de Westewagenstraat; inmiddels het tiende adres in het nog jonge leven van de schrijfster. Na nog een ander adres verhuist het gezin uiteindelijk in 1928 naar de De Vliegerstraat 50a. Daar zal Blaman tot haar dood blijven wonen. Ze bleef haar geboortestad trouw, ondanks dat ze graag in Amsterdam en Parijs verbleef vanwege het aantrekkelijke culturele  klimaat van deze steden. Zoals Blaman het zelf eens formuleerde, was ze met Rotterdam getrouwd en had ze met Amsterdam en Parijs een liaison.

Anna Blaman (tweede van rechts) met haar zwager Jan Lührs, haar zus Corrie en (staand rechts) haar tante Louise in Brussel
Anna Blaman (tweede van rechts) met haar zwager Jan Lührs, haar zus Corrie en (staand rechts) haar tante Louise in Brussel
Anna Blaman en Alie Bosch met hondje op de stoep van het huis in de de Vliegerstraat 50a in Rotterdam Anna Blaman en Alie Bosch met hondje op de stoep van het huis in de de Vliegerstraat 50a in Rotterdam

 

Ze heeft zich ingezet voor de culturele wederopbouw van Rotterdam, was als dramaturge verbonden aan de Rotterdamse Comedie en vertaalde toneelwerk van onder anderen Brecht, Ghelderode, Sartre en Troyat. 

Anna Blaman is als kind al ziekelijk en zal haar hele leven een zwakke gezondheid houden. Al op school raakt ze doordrongen van haar ‘anders-zijn’, van haar homoseksualiteit. Nadat ze de onderwijzersakte en hoofdakte heeft gehaald en als onderwijzeres op diverse lagere scholen werkzaam is, gaat ze aan de Haagse School voor Taal- en Letterkunde Nederlands studeren. Met die studie moet zij vanwege lichamelijke klachten al snel stoppen. In 1936 wordt zij ernstig ziek. De artsen vrezen dat zij aan een ongeneeslijke nierziekte lijdt. In het Rotterdamse Bergwegziekenhuis wordt ze verpleegd door Alie Bosch, op wie ze verliefd wordt en met wie ze tot aan haar dood verbonden blijft, al zijn er perioden van verwijdering. Veel biografische elementen komen, bedekt of verhevigd, in de verhalen en romans van Blaman terug. Zo stond Alie Bosch model voor personages in alle romans: Marie van Heerland (Vrouw en vriend), Alide (Eenzaam avontuur), Stella (Op leven en dood) en Driekje (De verliezers).

Blaman herstelt, maar neemt na kortstondige, administratieve betrekkingen geen vast werk meer aan. Wel studeert zij tijdens de oorlogsjaren Franse taal- en letterkunde ‘alleen om een literatuur in haar geheel te leren kennen’.  In december 1945 slaagt ze voor de akte Frans M.O. Ze geeft (privé)lessen Frans en Nederlands en ontvangt aan huis leerlingen. Later voorziet zij in haar levensonderhoud door  literair en journalistiek werk en door lezingen die ze geeft. Ze is een talentvol, veel gevraagd spreekster.

De liefde, het geluk scheen wel een korte incubatietijd van een verschrikkelijke ziekte, van een zielsziekte die somber en verbeten maakte, en vijandig, en krankzinnig.

Anna Blaman in 1947. Foto: C. Kramer Anna Blaman in 1947. Foto: C. Kramer

In 1929 biedt de schrijfster nog onder eigen naam de roman Peter Minne aan bij de bevriende uitgever W. Brusse. Omdat ze uiteindelijk toch niet tevreden is over het manuscript, trekt ze de roman terug. Een dichtbundel wordt in 1938 door uitgeverij Stols geweigerd; wel verschijnen er vanaf 1939 verhalen en gedichten in tijdschriften als Werk en Helikon en later in Criterium. Blaman debuteert officieel in april 1939 met het verhaal ‘Romance’ in Werk. In hetzelfde jaar verschijnt anoniem een autobiografie van haar hand in de door Benno J. Stokvis samengestelde bundel De homosexueelen. 35 AutobiographieënIn 1941 komt bij Meulenhoff haar roman Vrouw en vriend uit, zeven jaar later gevolgd door Eenzaam avontuur. Het uit 1954 daterende Op leven en dood geeft als geen ander boek een scherp getekend beeld van Blamans levensbeschouwelijke opvattingen, die verwant zijn met het literair existentialisme, waarin zij zich rond 1950 ging verdiepen. De lectuur van onder anderen Albert Camus, Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir is voor Blaman een feest der herkenning geweest. Kort na verschijning van Op leven en dood, waarin de hoofdpersoon een hartaanval krijgt, wordt ze zelf getroffen door een zwaar hartinfarct. In 1957 verschijnt de bundel Overdag en andere verhalen en krijgt ze de P.C. Hooft-prijs voor haar gehele oeuvre. Daarna werkt ze aan de onvoltooid gebleven roman De verliezers, die na haar dood zal verschijnen. Ze overlijdt in het huis waar ze meer dan dertig jaar met haar moeder, zus en zwager heeft gewoond aan de gevolgen van een hersenbloeding. Blaman wordt begraven op de begraafplaats Hofwijk. In de jaren negentig blijkt haar graf geruisloos te zijn geruimd.

Tekening door Theun de Vries van twee prostituees in café Het mandje Tekening door Theun de Vries van twee prostituees in café Het mandje

 

Anna Blaman verborg haar lesbische geaardheid geenszins, maar liep er in maatschappelijke zin ook niet mee te koop als een voorvechtster. Ze kleedde zich duidelijk afwijkend en droeg vaak broeken, wat voor vrouwen in die tijd niet direct gangbaar was. Dat gold ook voor haar voorliefde voor motoren. Eén van de weinige openlijk homoseksuele bars in Nederland, Het mandje van Bet van Beeren in de hoofdstad, werd door Blaman en vriendinnen regelmatig gefrequenteerd.

Maaike Meijer heeft erop gewezen dat Anna Blaman het lesbische thema emancipeerde door het te normaliseren en door in haar boeken juist niet mee te doen aan literaire smeekbedes om acceptatie. Haar homoseksuele personages worstelen met dezelfde problemen, of hebben dezelfde genoegens als alle anderen. Die apolitieke houding van Blaman was in de jaren '50 een bij uitstek politieke houding.

Alie Bosch en Anna Blaman in de tuin van Marie-Louise Doudart de la Grée aan de Verlengde Slotlaan in Zeist
Alie Bosch en Anna Blaman in de tuin van Marie-Louise Doudart de la Grée aan de Verlengde Slotlaan in Zeist