Sinds de publicatie Oorlog en terpentijn (2013), volgens de jury een ‘late meesterproef en onmiddellijke klassieker’, is Stefan Hertmans een van de bekendste schrijvers van ons taalgebied. De roman betekende zijn doorbraak bij het brede publiek. Hij debuteerde in 1981 met het experimentele prozaboek Ruimte en bouwde een oeuvre op dat vrijwel alle genres bestrijkt: poëzie, romans, essays, verhalen en theaterteksten. Hij publiceerde belangwekkende monografieën over filosofie en beeldende kunst en is in binnen- én buitenland een gewaardeerde stem in het publieke debat, aldus de jury.
‘Meer nog dan een groot Nederlandstalig schrijver is Hertmans een auteur van Europees formaat. Hij is een intellectueel die zich niet schaamt voor zijn eruditie en zijn schrijverschap expliciet inschrijft in de traditie van het Avondland: de Griekse tragedie en de canon van de westerse wijsbegeerte. (…) Zijn recentste romans, Oorlog en terpentijn en De bekeerlinge, gaan over de waanzin van (godsdienst)oorlogen en de impact daarvan op het dagelijks leven; in Antigone in Molenbeek, zijn hedendaagse bewerking van Sophocles’ tragedie, zoomt hij vanuit een verrassende invalshoek in op de problematiek van het terrorisme. Hertmans pakt resoluut de grootste onderwerpen aan en schuwt daarbij de grote woorden niet, maar hij slaagt erin om nooit in clichés te vervallen. Het publiek heeft deze schrijver omarmd, in de buitenlandse pers gooit hij hoge ogen en ook in Nederland en Vlaanderen is de waardering voor zijn werk groot. De toekenning van de Huygens-prijs onderstreept deze brede erkenning en bekroont een veelzijdig en groots oeuvre.’