De Theo Thijssen-prijs (voortzetting van de Staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur) voor het gehele oeuvre van Annie M.G. Schmidt is toegekend op voordracht van een jury bestaande uit: Han G. Hoekstra, Chr.S.H. Jansen, L. Kiestra, Clare Lennart, A.J. van Moerkercken van der Meulen, J. Wedzinga, C. Wilkeshuis (voorzitter) en H.J. Kompen (ambtelijk secretaris).
Annie M.G. Schmidt (Kapelle, 20 mei 1911 – Amsterdam, 21 mei 1995) was de enige dochter van een dominee. Zij werkte veertien jaar in verschillende bibliotheken. Later ontwikkelde ze zich, toen zij in Amsterdam voor Het Parool ging werken, tot schrijfster. Zij kreeg vanaf 1953 grote bekendheid met de Jip en Janneke-reeks. Behalve kinderboeken schreef ze columns, gedichten, cabaretteksten, musicals, toneelstukken, televisie-series en hoorspelen. Met componist Harry Bannink schreef ze talloze liedjes. Ze leefde tot zijn overlijden samen met Dick van Duijn en kreeg met hem zoon Flip. Bij haar uitvaart, per boot over de Amstel naar Zorgvlied, werd gezongen en gelachen, zoals zij het had gewild. Over haar leven en werk werd geschreven door Joke Linders (Doe nooit wat je moeder zegt, 1999), Hans Vogel (Wacht maar tot ik dood ben, 2000) en Annejet van der Zijl (Anna, Het leven van Annie M.G. Schmidt, 2002).
Annie M.G. Schmidt ontving diverse andere prijzen, waaronder de Constantijn Huijgens-prijs 1987 en de Hans Christiaan Andersen-prijs (1988).
Aan de Theo Thijssen-prijs is een bedrag verbonden van 3.000 gulden.