Al maanden is het paspoort van Maxim verlopen, maar hij vraagt pas een nieuw paspoort aan nu hij naar het buitenland moet. Zijn moeder heeft een vakantiehuis in Frankrijk gehuurd. 'We zien je de laatste tijd veel te weinig,' zei ze vorige week door de telefoon. 'We begrijpen het wel, maar we hopen zo dat je niet te veel bij de pakken neer gaat zitten. Het lijkt Pascal ook goed om weer eens samen te komen, de hele familie bij elkaar, ook om je verjaardag te vieren.' Hij was een half jaar geleden jarig. Hij besloot er niets over te zeggen, misschien wilde ze zijn volgende verjaardag alvast vieren.
Een uur later dan gepland - wakker worden valt hem zwaar de laatste tijd, wellicht omdat hij 's nachts maar niet in slaap valt - zet hij zijn fiets bij het Waterlooplein. Overal om hem heen ziet hij marktkramen; doorrookte schreeuwstemmen bieden overbodig waar aan tegen voordeelprijzen, her en der komt uit goedkope boxjes Amsterdamse volksmuziek. De prikkels vermoeien Maxim meer dan hij gehoopt had, hij probeert zich niet te laten afleiden en sleept zichzelf het stadsdeelkantoor in.
Naam, geboortedatum, geboortestad. Van achter een vierkant computerscherm vuurt een bleke, blonde vrouw van midden dertig enkele vragen op hem af. Ze heeft een Oosters accent. 'Heeft u ook een pasfoto bij u?' vraagt ze.
'Jazeker.' Met enige trots pakt Maxim een pasfoto die hij lang geleden heeft laten maken en vanochtend tot zijn verbazing kon terugvinden. Gewoonlijk raakt hij spullen meteen kwijt, zeker de laatste tijd, hij was er eigenlijk al vanuit gegaan dat hij voor dit nieuwe paspoort een nieuwe foto moest laten maken, maar toen zag hij hem, tussen de puntenslijpers en aantekeningenboekjes, de ansichtkaarten en condooms die bijna over datum waren: deze jarenjongere versie van zichzelf.
Terwijl de vrouw de pasfoto vastpakt, haar handen net zo bleek als haar gezicht, denkt hij aan de dag waarop hij hem had laten maken. Vijf jaar geleden inmiddels, bij een obscuur zaakje aan de Dam, hij studeerde net in Amsterdam en zijn lichaam werkte nog helemaal naar behoren. Nu hij zichzelf ziet, gehuld in een wollen trui die hij van zijn vader geerfd had, herinnert hij zich ook weer de vreugdevolle verwachtingen van toen; alles was nieuw, de toekomst kon nog elke gedaante aannemen - tegen zijn gewoonte in lachte Maxim zelfs voorzichtig op de foto, zijn mondhoeken krulden onwennig omhoog, zijn ogen glinsteren, en zijn volle gezicht was keurig geschoren, alsof hij op weg was naar een sollicitatiegesprek.
'Hoe oud is deze foto?'
' Ehm, van een tijdje geleden. Hoezo?'
De vrouw houdt de foto omhoog alsof het een vals bankbiljet is. Ze kijkt er lang naar, dan naar hem, dan weer naar de foto. 'Ben jij dit echt?' Zewacht zijn antwoord niet af, praat uit zichelf verder. 'Ik denk niet dat we deze pasfoto kunnen gebruiken. Je ziet er nu heel anders uit.'
' Maar, maar... ik ben het... Zie je dat niet?'
' Voor jezelf ben je misschien herkenbaar. Voor de mensen aan de grens bij Rusland niet, of Albanie, of noem het maar op.'
'Ik ga niet naar de grens bij Rusland.' Bijna voegt hij toe: mijn moeder heeft me alleen uitgenodigd om naar Frankrijk te gaan, verder blijf ik zo veel mogelijk thuis, maar hij houdt zich in.
'Deze foto kunnen we niet gebruiken. Corrie,' plotseling draait ze zich om naar een roodharige vrouw achter haar, minstens vijftig, doorrookt gezicht. 'Corrie, deze jongen wil deze oude foto gebruiken, maar dat kan niet, toch?'
Meer dan een paar seconden heeft Corrie niet nodig, ze kijkt naar de foto en dan naar Maxim en zegt dan: 'Nee. Nee, dat kan zeker niet. Dit is een heel ander iemand.' Het klinkt heel resoluut, alsof ze niet alleen de pasfoto afkeurt, maar zijn hele vroegere verschijning, zijn lichaam van toen.
Een golf van schaamte overvalt hem, al weet hij niet precies voor wie of wat hij zich schaamt. Zou de vrouw het aan hem kunnen zien? Zijn kwaal, de medicijnen. Zouden de sporen zo duidelijk te zien zijn op zijn gezicht?
'Wees niet getreurd,' zegt de vrouw achter de receptie. De zin komt onwennig uit haar mond, net of ze hem uit een tekstboek geleerd, een voorschriftenlijst, hoe om te gaan met bedroefde klanten. 'Je kunt hier binnen een pasfoto laten maken.'
Hij volgt haar ogen door het kantoor, langs de leren banken waar op drukke dagen ongetwijfeld wachtenden zitten, langs televisieschermen die zonder duidelijke functie aan het plafond hangen, tot ze in de hoek van de ruimte blijven hangen bij een fotocabine.
Zonder iets te zeggen loopt Maxim ernaar toe.
Bij de cabine wordt hij opgewacht door een man in roodblauw ruitjeshemd, goedlachs, perfect gebit. Hij stelt zich zonder terughoudendheid voor als fotograaf, doet een gordijntje opzij alsof hij een goochelaar is die een grote truc onthult, wijst Maxim vervolgens de kruk waarop hij mag zitten.
'Ontspan,' zegt de fotograaf terwijl Maxim plaatsneemt. En daarna nog een keer: 'Ontspan. Ik hoor je zuchten.'
Maxim hoort zichzelf helemaal niet zuchten. Waar heeft die man het over? Hoort hij dingen die Maxim niet hoort, ziet hij dingen die Maxim niet ziet?
'Iets minder ineengezakt,' zegt de fotograaf onverminderd enthousiast. 'Je hoeft ook niet zo bang te kijken, ik bijt niet. En voor ik begin, je voorhoofd glimt een beetje, heb je gehold? heb je heel hard gefietst?'
'Nee,' zegt Maxim. 'Ik ben komen lopen.' Maar in de spiegel voor hem ziet hij inderdaad een glinstering op zijn voorhoofd, op zijn wangen ook, zijn hele gezicht. Hij wrijft erover met de mouw van zijn trui. Het helpt niet. De fotograaf kijkt hem verward aan. Het komt door de medicijnen, wil Maxim zeggen. De dokter heeft me hier al voor gewaarschuwd. Een voller gezicht, meer uitslag en zweet, alles was aangekondigd. 'Heel vervelend,' zei de arts, 'maar ik hoop dat het je kwaal gewoon verhelpt.' De bijwerkingen stonden vast, of het medicijn verder hielp was een tweede.
Even staart Maxim naar zijn eigen gestalte, nog steeds met licht gekromde rug, magere schouders. Hij denkt aan de pasfoto in zijn zak en voelt een steek boven zijn ribben. Nee, heimwee naar die tijd is het niet, dat woord klinkt te simpel, te alledaags. Hij wordt eerder in beslag genomen door een gevoel van tekortkoming, alsof hij de afgelopen jaren ergens een verkeerde afslag heeft genomen, een ondoordachte keuze die ervoor heeft gezorgd dat hij nu hier zit, zwijgend, tekortschietend.
'Vergeet niet te ontspannen,' zegt de fotograaf dan, nog steeds joviaal, maar ook ineens met iets van ongeduld in zijn handelingen. Hij trekt het gordijntje dicht, even naar de lens kijken jongeman, ja, komt-ie, en voor Maxim door heeft wat er gebeurt, flitst een onzichtbaar toestel twee keer heel fel in zijn gezicht en gaat het gordijn weer open.
Daar ligt hij, in de handpalm van de fotograaf, twee keer naast elkaar: een vermagerde, verbleekte versie van zijn vroegere zelf. Bloeddorlopen ogen, een vettig voorhoofd. Hij kan het niet aanzien. (deze zin eerder) Hij kijkt eerder melancholisch dan boos, zoals gebruikelijk.
Hij haalt losgeld uit zijn broekzak, vijf euro voor twee foto's. Hij kijkt er niet naar.
Hij loopt naar de balie met in zijn hand de twee versies van hemzelf, een jongen en een man. De oude is zo veel leuker, zachter, menselijker.
De kwaal, de diagnose.
Ergens
De dokter heeft hem gewaarschuwd voor gewichtsverlies.
Einde
De vrouw achter de balie zegt niets over de uiteindelijke foto. Dat is vast professioneel, maar Maxim ziet haar stilte als een verkapt oordeel, een verzwegen afwijzing.
In stilte aanvraag afmaken. Hij durft niet naar haar te kijken. Buiten: bericht sturen naar moeder.
Algemeen
-Ziekte meer nadruk?
-Evt. einde: thuis nieuwe pasfoto achterin lade stoppen?