ofwel:
De Toonder Studio’s als dekmantel voor verzetsactiviteiten

De periode 1940-1945 is een bijzondere periode in het leven en werk van Marten Toonder. Hij schreef hierover het boek Vroeger was de aarde plat (1993), het tweede deel van zijn autobiografie. In feite had hij zijn eerste succes te danken aan de Duitse bezetting, die het wegvallen van de Disney-strip ‘Mickey Mouse’ in De Telegraaf als gevolg had. Vóór deze periode was Toonder nog een tamelijk anonieme tekenaar, maar ‘Tom Poes’ verschafte hem snel een groot succes. In de loop van 1941 kreeg hij het alsmaar drukker: er kwamen opdrachten voor boekjes, ansichtkaarten en puzzels. In oktober van dat jaar nam hij daarom Jan Bouman aan als zakelijk medewerker, en op 21 december nam hij Wim Lensen in dienst, zijn eerste creatief medewerker. Deze ging na enige tijd ook aan de ‘Tom Poes’-strip meewerken: hij inktte de achtergronden.

Ook daarna volgden de ontwikkelingen elkaar in hoog tempo op. Nadat Toonder zich in de media had laten ontvallen dat hij de ambitie had om tekenfilms te maken, werd hij uitgenodigd om hiermee te gaan experimenteren bij het filmproductiebedrijf Polygoon. Vervolgens kwam er een samenwerking tot stand met Joop Geesink. De zo ontstane firma Geesink-Toonder-Teekenfilm-Producties maakte animatie- en poppenfilms voor de reclame, en nam in korte tijd veel medewerkers aan. In 1943 gingen zij weer uit elkaar, waarbij ze afspraken dat Geesink zich voortaan zou toeleggen op de poppenfilm, en Toonder op de tekenfilm. 
 

De Kultuurkamer


Kunstenaars konden in de bezettingstijd alleen blijven werken als zij lid werden van de door de Duitsers ingestelde Kultuurkamer, waar Joden uit geweerd werden. Hoewel Toonder later ontkende zich als lid te hebben aangemeld, bevindt zijn inschrijfkaart (alsmede die van zijn vrouw en zijn broer) zich in het archief van het NIOD. Ook op het gebied van films kwamen er beperkingen: filmproductiebedrijven moesten zich scharen onder de paraplu van de nazistische organisatie Nederland Film. Toonder kon hier onderuit komen via een opdracht voor de Duitse (maar niet nazistische) firma Degeto uit Berlijn: het maken van een grote tekenfilm, genaamd Tom Poes und das Geheimnis der Grotte

Dit leverde bovendien een substantieel inkomen op voor de studio’s en vrijwaring voor alle medewerkers van tewerkstelling in Duitsland, de Arbeitseinsatz.

Het werken voor de ‘foute’ krant De Telegraaf en voor een Duitse firma is Toonder na de oorlog meermalen verweten. Zelf zag hij deze opdrachtgevers als een alibi. Zo kon hij diverse mannen uit de Arbeitseinsatz houden door hen op zijn studio een (niet altijd even serieuze) functie te bieden. Na ‘Dolle Dinsdag’ 5 september 1944 raakt hij bovendien betrokken bij verzetsactiviteiten, vooral via de verzetsman Dick van Veen, een van de overvallers op het distributiekantoor van voedselbonnen in Joure, die bij hem ondergedoken zat.

Vanaf 1 oktober kreeg de SS een groter aandeel in de leiding van De Telegraaf. Voor Toonder was dit aanleiding om te stoppen met ‘Tom Poes’. Hij liet zich via een bevriende arts manisch-depressief verklaren en het verhaal ‘Tom Poes en de chinese waaier’ werd op 21 november 1944 plotseling afgebroken met de mededeling dat Tom Poes ziek was. De dag ervoor waren heer Bommel en Tom Poes juist in een put onder water verdwenen, dus letterlijk ‘ondergedoken’.

Dick van Veen haalde Toonder ertoe over om zijn naam te gebruiken als dekmantel voor De Algemene Vrije Illegale Drukkerij (DAVID). In een door Toonder gehuurd pand aan de Spuistraat in Amsterdam was zogenaamd ‘Hulpstudio 2 Marten Toonder Films’ gevestigd, maar in werkelijkheid stonden er drukpersen in het souterrain waarop ondergrondse bladen zoals Vrij Nederland, Trouw en Het Parool werden vervaardigd. Ook het door Van Veen opgezette illegale satirische tijdschrift Metro was een uitgave van DAVID. Jan Gerhard Toonder deed de redactie en Marten Toonder tekende spotprenten. Het zijn vaak rauwe tekeningen in een heel andere, meer realistische stijl dan de ‘Tom Poes’-strip.

 

Ook op andere manieren raakten Toonder en sommige van zijn tekenaars betrokken bij verzetswerk. Zo vervaardigde hij vervalsingen van bonkaarten, Ausweisen voor de arbeidsinzet, officiële briefhoofden, stempels en handtekeningen. Bovendien werkte hij samen met zijn latere uitgever Geert Lubberhuizen, oprichter van de clandestiene uitgeverij De Bezige Bij.

In 1982 ontving Marten Toonder voor zijn bijdrage aan het verzet het Verzetsherdenkingskruis.

 

Personages
Ik zie dat dikwijls in mijn praktijk
Drs. Zielknijper
Ik zie dat dikwijls in mijn praktijk
Bulle Bas
Ik ga je bekeuren, Bommel. Wat is je naam?
Annemarie Doddel
Ach mallerd!
Argus
Een leuk cursiefje
Professor Sickbock
Ei, ei!
Tom Poes en heer Bommel
Als je begrijpt wat ik bedoel - Hm
Hocus P. Pas
Bij Zazel en Iod!
Joost
Met uw welnemen
Wammes Waggel
Hihihi, wat enigjes!
Bul Super
Zaken zijn zaken
Terpen Tijn
Eh... dinges
Burgemeester Dickerdack
Wet is wet. Maar men moet op de mazen letten...
Professor Prlwytzkofski
Praw! Der hemeldonderweder!
Dorknoper
Wij ambtenaren zijn de kwaadsten niet
Kwetal en Pee Pastinakel
Alles gaat naar de verturving
Markies De Canteclaer
Parbleu!
Wal Rus
Overgehaalde landrotten
Kruidenier Grootgrut
Overheerlijke grutsprits