ofwel:
Het leven van Marten Toonder tot 1941

Marten Toonder werd op 2 mei 1912 om zes uur ’s morgens geboren in Rotterdam. Zijn vader was zeekapitein. Ruim twee jaar later, op 18 juli 1914, kwam zijn broer Jan Gerhard ter wereld. Met hem heeft hij zijn hele leven een sterke band gehad. Moeder Toonder had een ongedurige aard en verhuisde vele malen, tussen 1914 en 1925 zes keer waarvan eenmaal naar Scheveningen (1918), vlakbij zee. Zodoende heeft Marten op verschillende lagere scholen gezeten. In de vierde klas bleef hij zitten. Na de lagere school ging hij eerst naar de mulo, daarna naar de hbs en vervolgens naar de Nieuwe Middelbare Handelsschool. Op die school werkte hij mee aan de schoolkrant, met versjes en karikaturen.
Ook speelde hij een belangrijke rol in verschillende schoolverenigingen. Hij werd verliefd op zijn buurmeisje Afine Kornélie (Phiny) Dik. Haar vader was ook kapitein.

 

In 1931 deed Marten Toonder met succes eindexamen aan de Middelbare Handelsschool. Tegen de zin van zijn vader wilde hij zich na de zomervakantie inschrijven als leerling van de tekenacademie. Om hem van dit voornemen af te brengen nam Toonder sr. zijn zoon mee op een zeereis naar Zuid-Amerika. Ze deden o.a. de havens van Montevideo en Buenos Aires aan. In Buenos Aires ontmoette hij door een wonderlijk toeval een zekere Jim Davis, oud-medewerker van Pat Sullivan, de maker van Felix the Cat. Davis gaf hem tips over het maken van plots en over de anatomie van getekende poppetjes. Tijdens de terugreis naar Nederland gaf zijn vader hem toestemming naar de academie te gaan.

 

Voordat Marten Toonder aan zijn opleiding tot tekenaar kon beginnen moest hij zijn militaire dienstplicht vervullen. In Kampen volgde hij de opleiding tot reserveofficier van de infanterie. In juli 1932 zwaaide hij af als reservesergeant. Hij ging, sinds 14 mei 1932 officieel verloofd met Phiny, weer bij zijn ouders wonen die inmiddels naar Barendrecht waren verhuisd. Met de trein ging hij naar de Rotterdamse Academie voor Beeldende Kunsten, toen gevestigd aan de Coolsingel. Maar de lesstof beviel hem helemaal niet en binnen enkele maanden verliet hij teleurgesteld de school: hij wilde striptekenaar worden en dat vak kon hij alleen zichzelf leren.

Zijn ouders waren inmiddels teruggekeerd naar hun oude huis in Rotterdam. Zij lieten hem privélessen volgen bij de kunstschilder en restaurateur Arie van Rhijn en de schilder-glazenier E. Warffemius. Zij hadden allebei een atelier op de achtste verdieping van het in 1898 gebouwde Witte Huis, de eerste ‘wolkenkrabber’ van Rotterdam. Vandaaruit had je een prachtig uitzicht op de stad en de haven.

 

Marten Toonder (geheel rechts) in militaire dienst

Samen met zijn broer en een paar oud-schoolgenoten richtte Marten het reclamebureau Ibis Studio op, dat echter geen lang leven beschoren was. Wel wist hij een paar lucratieve opdrachten binnen te slepen: de strip ‘Bram’s avonturen’ voor het dagblad De Nederlander waarvoor broer Jan Gerhard de tekst schreef en de gagstrip ‘Tobias’ voor het weekblad Ideaal. Maar de inkomsten waren te laag en te onzeker om in het huwelijk te treden. Daarom solliciteerde hij, met succes, naar een baan als tekenaar/illustrator bij de Nederlandsche Rotogravure Maatschappij in Leiden. Nu hij een vast salaris had stond niets een echtverbintenis met Phiny meer in de weg. Ze trouwden op 31 mei 1935 en gingen in Leiden wonen. In maart 1936 werd daar hun zoon Eiso geboren.

Naast zijn werk in loondienst maakte Marten boekomslagen voor schrijvers bij verschillende uitgeverijen. In opdracht van het Nieuwsblad van het Noorden ontwikkelde Marten Toonder een nieuwe strip, ‘Thijs IJs’. Jan Gerhard schreef de teksten, Marten tekende, en Phiny deed het inkten. ‘Thijs IJs’ kan in zekere zin beschouwd worden als een voorloper van de ‘Avonturen van Tom Poes’: het eerste verhaal (uit 1941) heeft zelfs dezelfde inhoud als ‘Thijs IJs bestrijdt de reuzen van Pakkijs’ dat vanaf 24 december 1935 verscheen in het Nieuwsblad van het Noorden.

 

Uit onvrede over opeenvolgende loonsverlagingen nam Toonder in september 1939 ontslag bij de Rotogravure. Als freelancer bleef hij wel voor zijn oude baas werken. Tegelijkertijd liep hij in Amsterdam redacties van tijdschriften en kranten af met voorbeelden van door hem gemaakte strips (waaronder schetsen van een witte kat), vooralsnog met weinig succes. Via Fritz Gottesmann, de eigenaar van het syndicationbureau Diana Edition, met wie hij in de zomer van 1939 kennis had gemaakt, lukte het uiteindelijk om werk in (buitenlandse) kranten geplaatst te krijgen.
 

De geboorte van Tom Poes


Niet lang na de Duitse inval verhuisde Marten Toonder met vrouw en kind naar Amsterdam. Omdat het voor kranten hoe langer hoe moeilijker werd om aan nieuwe afleveringen van Amerikaanse strips te komen, kreeg hij in maart 1941 de kans om in De Telegraaf, als plaatsvervanger van Mickey Mouse, een stripverhaal te publiceren met in de hoofdrol een witte kat, die Tom Poes ging heten. De eerste aflevering van ‘De avonturen van Tom Poes verscheen op 16 maart van dat jaar. De meningen lopen uiteen over wie de naam Tom Poes heeft bedacht. Volgens Marten was het zijn vrouw Phiny, volgens zijn broer Jan Gerhard zijn eigen echtgenote Margje. In elk geval schreef Phiny de tekst voor de eerste zes afleveringen. 

Tussen de verschijningsdatum van het slot van het eerste en het begin van het tweede verhaal zat een pauze van ruim anderhalve maand. Men was echter zo tevreden dat vanaf 10 juni dagelijks een nieuwe aflevering verscheen. De geboorte van Tom Poes was een feit.

3
foto's

Phiny Dick


Marten Toonder is 55 jaar getrouwd geweest met Phiny Dick, schrijversnaam van Afine Kornélie Dik, tot haar overlijden in 1990. Ze was zijn muze en zijn rots in de branding. Hun eerste kennismaking dateert van de tweede helft van de jaren twintig, toen zij samen met hem op dansles zat. Ze was in die tijd zijn buurmeisje, en haar vader was net als de zijne zeekapitein, bij dezelfde rederij. Phiny, die vier maanden jonger was, zat op de mms, Marten op de hbs. Tijdens een schoolbal sloeg de vonk over. Vanaf dat moment waren ze onafscheidelijk. 

 

Ze verloofden zich op 14 mei 1932. Phiny’s ouders waren in 1931 verhuisd naar Soestdijk, dus zagen ze elkaar vooral in de weekends. Phiny had inmiddels een opleiding tot apothekersassistente gevolgd, en daarna een tot verpleegster. Maar haar hart ging uit naar tekenen en illustreren. Ze maakte zich de techniek eigen met de schriftelijke cursus The art of the illustrator van Percy V. Bradshaw. Samen met Marten maakte ze de plaatjes voor de strip ‘Thijs IJs’, die van maart 1934 tot oktober 1938 verscheen in het Nieuwsblad van het Noorden. Die krant werd uitgegeven door twee neven van haar moeder. Van april 1934 tot maart 1935 tekende zij de strip ‘De stoute streken van Stip en Stap’ voor Extra magazine.

 

Op 31 mei 1935 trouwden ze in Rotterdam. In 1938 begon Phiny aan een verhaal over de poes Miezelientje ‘die alleen maar tot zevenentwintig kon tellen’. Deze kat, overigens een meisje, heeft model gestaan voor Tom Poes. Voor uitgeverij Van Goor Zonen schreef en illustreerde ze meerdere kinderboeken rondom Miezelientje en andere figuren.

 

Gedurende haar hele leven bleef Phiny Dick als beeldend kunstenaar werkzaam, al is ze zich steeds meer gaan toeleggen op het schilderen, onder meer van bloemstillevens. Maar ze aquarelleerde ook de omslagillustraties van een aantal bundelingen van Bommel-verhalen die vanaf  1967 in de reeks Literaire Reuzenpockets bij De Bezige Bij verschenen.

Personages
Parbleu!
Markies De Canteclaer
Parbleu!
Hocus P. Pas
Bij Zazel en Iod!
Bulle Bas
Ik ga je bekeuren, Bommel. Wat is je naam?
Professor Prlwytzkofski
Praw! Der hemeldonderweder!
Burgemeester Dickerdack
Wet is wet. Maar men moet op de mazen letten...
Dorknoper
Wij ambtenaren zijn de kwaadsten niet
Tom Poes en heer Bommel
Als je begrijpt wat ik bedoel - Hm
Joost
Met uw welnemen
Wammes Waggel
Hihihi, wat enigjes!
Bul Super
Zaken zijn zaken
Terpen Tijn
Eh... dinges
Professor Sickbock
Ei, ei!
Kwetal en Pee Pastinakel
Alles gaat naar de verturving
Argus
Een leuk cursiefje
Drs. Zielknijper
Ik zie dat dikwijls in mijn praktijk
Kruidenier Grootgrut
Overheerlijke grutsprits
Annemarie Doddel
Ach mallerd!
Wal Rus
Overgehaalde landrotten