Joost
![]() |
Joost, gedurende meer dan veertig jaar de ‘(honds)trouwe bediende’ van heer Bommel, treedt in dienst in ‘Tom Poes en de zieke hertog’ (1942). Ter afsluiting van menig verhaal bereidt hij een (zoals heer Bommel dat noemt) ‘eenvoudige doch voedzame maaltijd’.
Hij beheert de wijnkelder, en als zijn baas niet thuis is, mag hij daar graag een goede fles voor eigen gebruik uit halen en deze vervolgens vullen met goedkope ‘Algorijnse foezel’ – zijn werkgever merkt het verschil toch niet. In de latere verhalen neemt hij, als alles hem te veel wordt, meerdere malen ontslag, maar uiteindelijk keert hij toch steeds met hangende pootjes terug.