Het fregatschip Johanna Maria is niet zomaar een ‘samenstel van hout, zeil en want’
Van Schendel (1874-1946) behoort tot de belangrijkste schrijvers uit het Nederlands taalgebied; zijn werk werd in 1947 – postuum – geëerd met de eerste P.C. Hooftprijs voor Letterkunde, die hij overigens moest delen met Amoene van Haersolte. Ter ere van zijn sterfdag verwerft het Literatuurmuseum twee belangrijke handschriften van Arthur van Schendel.
Het museum beheert de literaire nalatenschap van Van Schendel, met uitzondering van de handschriften van Het fregatschip Johanna Maria (1930) en Herinneringen van een domme jongen (1934), respectievelijk opgedragen aan zijn zoon Arthur en zijn dochter Corinna. Vandaar dat de handschriften en bijbehorende notities van deze twee boeken in het bezit van de familie bleven.
De 75ste sterfdag van Arthur van Schendel is de aanleiding voor de familie deze handschriften nu ook aan de zorg van het Literatuurmuseum toe te vertrouwen, dat deze schenking met enthousiasme en in dankbaarheid aanvaardt. De aanwinst wordt gepresenteerd in een kleine tentoonstelling die te zien is van 31 augustus t/m 12 september en op literatuurmuseum.nl is een artikel over de nieuw verworven handschriften te lezen.
Arthur van Schendel, 31 augustus t/m 12 september in het Literatuurmuseum.