Vele dagen bleef ik alleen: gelukkig?
Verlangenloos tenminste.
Het gevoel van zoeken was weer over mij. En ik dacht: nu is zij het. Waarom liet ik haar gaan? Om haar te zoeken – dan wist ik wat ik zocht. En toch hoopte ik haar te vinden.
(Uit: ‘Het eind van het lied’)
Het is niet duidelijk waar en bij wie Slauerhoff de vier jaar jongere balletdanseres Darja Collin voor het eerst heeft ontmoet. Waarschijnlijk is dat in het huis van dichter en danscriticus J.W.F. Werumeus Buning. In een brief aan zijn vriend A. Roland Holst schreef Slauerhoff in 1930 dat hij helemaal weg was van een vrouw die de door hem zo verfoeide danskunst beoefende. En zij van hem.
Ze trouwden nog hetzelfde jaar, op 3 september. Om haar dansschool in Den Haag, die financieel voortdurend op de rand van de afgrond verkeerde, te steunen, tekende hij weer een contract als scheepsarts. Na zijn tweede reis werd hij ziek. Het stond nu vast dat Slauerhoff aan tbc leed. Toch knapte hij weer op.
Ik heb een bitter leed: ik ben niet de eerste,
Neen, velen zijn vóór mij gekomen
En vonden haar en hebben ’t allerteerste
Zonder verweer in hun bezit genomen.
(Uit: titelloos gedicht)