Op 28 april 1962 ontvangt Willem Frederik Hermans een brief van Hans Ulrich Jessurun d’Oliveira. De twee kennen elkaar dan al enige jaren. In februari 1959 heeft Jessurun d’Oliveira Hermans geïnterviewd voor het Amsterdamse studentenweekblad Propria Cures en daarna hielden ze contact. Dat interview leidde ertoe dat Jessurun d’Oliveira werd uitgenodigd voor de redactie van het door Geert van Oorschot uitgegeven tijdschrift Tirade. Ook zou hij boven de uitgeverij in het pand aan de Herengracht voor enige tijd een kamer huren.
Erg lang hield Jessurun d’Oliveira het bij Tirade niet vol. Hij schrijft Hermans dat een eerder conflict in de redactie tot zijn uittreden heeft geleid. En Hermans had hem nog wel gewaarschuwd: ‘De laatste keer dat u mij schreef, voorspelde u mij dat zolang mijn pad over de Herengracht zou lopen, dit niet over rozen zou gaan. Welnu, de heer van Oorschot heeft mij de huur en de vriendschap opgezegd, in verband met mijn uittreden; ik zal dus binnenkort verhuizen.’