Rond 1930 was Vuyk begonnen als schrijfster van verhalen die ‘getuigden van zwerflust en vrijheidsdrang’, aldus de jury. Verhalen ‘die tot ergernis van sommigen in de tegenwoordige tijdsvorm waren geschreven, mogelijk onder invloed van de denkbeelden over “nieuwe zakelijkheid” die toen in de mode waren. Dat men zich over zulke dingen kon opwinden doet ons met enige vertedering naar die tijd omzien.’
In 1972 was Vuyks Verzameld werk verschenen, volgens de jury de neerslag van ‘een voor Nederlanders bijzonder avontuurlijk leven’. Als jong meisje had Vuyk er al van gedroomd om schrijfster te worden en naar ‘Indië’ te gaan, en dat is wat ze deed. Kipling, Conrad en Stevenson waren de schrijvers die haar inspireerden. In 1929 vertrok ze per stoomschip naar Sukabumi op West-Java als lerares voedingsleer. Onderweg leerde ze haar latere echtgenoot kennen, een Indo-Europese planter met wie ze in 1932 trouwde.