Annie M.G. Schmidt schreef een groot aantal kinderboeken, waaronder Jip en Janneke en Pluk van de Petteflet, versjes voor kinderen (‘Dikkertje Dap’ o.a.) en gedichten en liedjes voor volwassenen, musicals als Heerlijk duurt het langst, radioseries als De familie Doorsnee en Pension Hommeles, televisieseries als Ja zuster nee zuster, columns (toen nog ‘cursiefjes’ geheten) en talloze cabaretteksten, onder andere voor Wim Sonneveld.
In 1965 kreeg Schmidt de Staatsprijs voor Jeugdliteratuur, die ze ironisch de ‘kinderhooftjesprijs’ noemde. Over de Constantijn Huygens-prijs zei ze: ‘Ik voel me nu eigenlijk net het dienstmeisje dat haar schortje om mag doen, even haar handen wast en dan binnen mag komen bij de grote heren om te zeggen: “Goedenavond heren, wat wilt u drinken?” En dan weer weggaat.’
‘Gerechtigheid voor Annie M.G. Schmidt’, kopte Trouw. Dat de 76-jarige schrijfster die al ‘sinds mensenheugenis grote populariteit geniet’ de oeuvreprijs kreeg noemde de krant ‘opmerkelijk’. ‘Als geen ander verdient zij deze literaire onderscheiding van de Jan Campert-stichting. Als de P.C. Hooft-prijs nog zou bestaan, dan had ze die zeker moeten krijgen.’ Haar optreden op de meest recente Nacht van de Poëzie werd gememoreerd: met een speciale bril vanwege haar sterk verminderd gezichtsvermogen had ze ook haar kinderversjes voorgelezen. ‘Zij hoefde maar de eerste regel te zeggen of de zaal viel in met de rest.’