‘Een klasse apart’, aldus Heleen Pimentel namens de jury, die het stuk koos uit maar liefst 98 toneelinzendingen. Andere jaren was de Vijverberg-prijs gereserveerd geweest voor romans, en de prijsvraag had zoveel opgeleverd dat het de commissie veel meer werk had gekost alles te beoordelen, een van de redenen waarom de prijs niet al in het najaar van 1954 maar in februari van 1955 werd toegekend.
‘Croiset geeft in zijn Amphitryon op diepzinnige en fijnzinnige wijze een zeer persoonlijke visie op het bekende klassieke gegeven. De drie grote rollen zijn doorzichtig en fraai uitgewerkt. Het stuk is zeer zuiver en mooi van taal. Er is eenheid van tijd, plaats en handeling en technisch is Amphitryon gemakkelijk te realiseren. Het stuk is niet in de eerste plaats “du théatre” te noemen. De dramatische kracht schuilt in de grote spanningen van innerlijke conflicten; sterke uiterlijke dramatische effecten ontbreken.’
In de Griekse mythologie was Amphitryon was de koning van Tiryns, getrouwd met koningin Alcmene. Oppergod Zeus nam Amphitryons gedaante aan en bezwangerde Alcmene. Ze baarde een tweeling: Herakles, zoon van Zeus, en Iphicles, zoon van haar echtgenoot. Het toneelstuk van Croiset was volgens de jury ‘on-hollands-Iuchtig van toon, terwijl de wezenlijke tragiek voortdurend voelbaar blijft. Alcmene, haar vader Electryon en Amphytrion zijn ontwapenend in hun openhartigheid en hun weerloosheid tegen het onontkoombare, en zeer menselijk in hun tekortkomingen en tegenstrijdigheden.’
Croiset was een bekende toneelspeler en voordrachtskunstenaar. Voor de oorlog was hij verbonden aan het Amsterdams Toneel van Albert van Dalsum en August Defresne, het Groot-Nederlands Toneel en het Residentietoneel. Na 1950 was hij acteur en regisseur bij de Haagsche Comedie en het Rotterdams Toneel en speelde hij in een aantal films. Hij bracht vertolkingen van De gedachte van Andrejev, Koning Oedipus van Sophocles, De zachtmoedige van Dostojevski en Muizen en mensen van Steinbeck. Een eigen stuk was in 1950 Oidipoes en zijn moeder. In dat jaar verscheen ook Het petionnement, een novelle in de vorm van een bekentenis, naar het voorbeeld van Russische schrijvers als Gogol, Dostojevski, Leskov en Andrejev.