‘Een indringend boek’, volgens de jury, geschreven met ‘de nieuwsgierigheid van een verslaggever en de pen van een groot stilist’. ‘Een meeslepende, van een grote persoonlijke betrokkenheid getuigende studie over de taak van de schrijvers in de stalinistische Sovjet-Unie om grote planologische, met name waterbouwkundige, mislukkingen te verdoezelen.’
In Ingenieurs van de ziel (2002) treedt Westerman in de voetsporen van Russische schrijvers in totalitaire tijden: Konstantin Paustovski (1892-1968), Maksim Gorki (1868-1936), Andrej Platonov (1899-1951) en Boris Pilnjak (1894-1938). Hij onderzoekt de fundamenten van een van de meest bizarre experimenten uit de geschiedenis van de mensheid: het Sovjetsysteem. Aan de hand van de tragische levensloop van Paustovski en diens tijdgenoten maakt hij de lezer in actuele reportages deelgenoot van de geestdrift van de Russische Revolutie: schrijvers die de bouw van kanalen en stuwdammen bezingen – eerst nog spontaan en idealistisch, maar dan in verplichte lofzang.