De bundel De vis. Gevolgd door In de vreemde was in 1962 verschenen als deel 41 in de reeks De Ceder, van uitgeverij Meulenhoff.
‘Op “episch” niveau verhaalt De vis hoe een echtpaar tijdens een Spaanse reis de verdrinkingsdood meemaakt van een jongetje. Op “lyrisch” niveau verbeeldt het gedicht onder meer het ontoereikend dichterschap, de religieuze nood, de schuldgevoelens en de doodsobsessie van de mannelijke hoofdfiguur, waarbij schuld en dood verbonden worden met beelden uit het concentratiekamp,’ schreef G.J. van Bork voor het DBNL biografieënproject.
In 1951 had Hoornik zijn Verzamelde gedichten uitgebracht, met een voorwoord van J.C. Bloem. Zijn kleine bundel Het menselijk bestaan (1952) – volgens Volkskrant-recensent Gabriël Smit ‘een hoogtepunt in de Nederlandse poëzie’ – werd binnen een jaar viermaal herdrukt.