De hele poëzie van Miriam Van hee gaat over paradoxale spanningen, schrijft Hugo Brems in het begeleidend essay. ‘Stilstand en beslotenheid die zowel verstarring en vervreemding als veilige schuilplaats betekenen, de onmogelijke droom van actie en van een dynamisch bestaan, maar dat ook afgewezen wordt omdat het agressie en vernieling meebrengt. Rond die kern groeperen zich alle thema’s en motieven, zoals eenzaamheid, melancholie, twijfel, afscheid, wachten, herinnering, winter, reizen, kijken, verlies, dwalen…’
Al vanaf het begin was de taal sober en gebruikte ze weinig metaforen. Met de bundel Ingesneeuwd verdween de ‘ik’ als lyrisch subject en kwam er een grotere distantie, beschrijft Brems. Winterhard kenmerkt zich door ‘weemoedig ironisch anarchisme’ en sociale opstandigheid. Er is sprake van een ‘optimistische wending’; ‘Of toch tenminste iets wat in de buurt komt van blijheid, een vleugje revolutie. De titel “Winterhard” zegt dat al: het is een hard en koud woord, maar het drukt een overwinning uit op die koude en hardheid: winterbestendig, zoals gezegd van planten die de winter overleven, dood schijnen, maar in de lente weer uitschieten.’
‘Juist vanwege het streven naar onopvallendheid is haar poëzie opvallend,’ schreef criticus Hans Warren.
Van hee publiceerde haar eerste gedichten al in 1973 in het Gentse tijdschrift Koebel, maar het zou tot 1978 duren voor haar debuutbundel Het karige maal verscheen. Ze kreeg er de Oostvlaamse prijs voor Letterkunde voor. Binnenkamers en andere gedichten, 1977-1980 en Ingesneeuwd volgden in respectievelijk 1980 en 1984. Winterhard (1988) was haar vierde bundel.
Ze werd aanvankelijk wel tot de Vlaamse nieuwe romantiek gerekend, maar maakte daar zelf bezwaar tegen. Ze behoort niet tot een stroming en is al helemaal geen romanticus, zei ze in 1985 in een interview met De Waarheid. ‘Het eerste waar je bij het horen van romantiek aan denkt is aan het creëren van een parallelle leefwereld, omdat onze wereld niet voltooid is. Ik heb nooit geprobeerd om te vluchten, integendeel, ik wil deze wereld weergeven zoals hij is, zoals hij op mij overkomt. Wat mij bijvoorbeeld aantrekt in de Russische dichters, is hun engagement. Die stonden met hun voeten in de werkelijkheid en gingen de consequenties van hun daden niet uit de weg.’