Een ‘diepdoorleefde roman’ vond de jury. Evenhuis is ‘er in (…) geslaagd de gebeurtenissen rond h.b.s.-ers in de bezettingsjaren met jonge ogen te zien’ en zo een ‘helder beeld te geven’ zonder aan te zetten tot haat of vergeten.
Evenhuis beschrijft de oorlogsjaren vanuit een groepje hbs’ers die de ellende van de oorlog zien en aan den lijve meemaken. Ze willen niet als toeschouwer aan de kant blijven staan, maar meewerken aan het verzet. Hun achtergrond speelt een grote rol: Peters vader is door de Duitsers opgepakt, terwijl de vader van zijn vriend Tom juist met de vijand heult. De moeilijkheden die ondanks hun persoonlijke dilemma’s moeten worden opgelost, brengen de vrienden dichter tot elkaar.