Imme
Dros

2003

Theo Thijssen-prijs
Imme Dros heeft de Theo Thijssen-prijs 2003 voor kinder- en jeugdliteratuur gekregen. De feestelijke uitreiking vond plaats op 19 september 2003 in het Literatuurmuseum.

De Theo Thijssen-prijs (voortzetting van de Staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur) voor het gehele oeuvre van Imme Dros is toegekend op voordracht van een jury bestaande uit: Joke van Leeuwen(voorzitter), Anne de Vries, Harry Bekkering, John Louws, Majo de Saedeleer en Anton Korteweg (ambtelijk secretaris). 

 

Imme Dros (Oudeschild, Texel, 26 september 1936) bracht haar jeugd op Texel door. Ze maakte er de oorlog mee en ging er naar de ulo. Vervolgens reisde ze dagelijks naar Den Helder, waar ze de kweekschool volgde. Maar al snel stapte ze over naar de vierde klas van het gymnasium. Daarna studeerde ze Nederlands in in Amsterdam. Ze trouwde met Harrie Geelen, die verschillende van haar boeken zou illustreren. Zij debuteerde in 1971 en zou daarna tientallen jeugdboeken schrijven, van prentenboeken tot historische romans. Ze kreeg dertien keer een Zilveren Griffel.

 

Recente laureaten die de Theo Thijssen-prijs ontvingen, zijn: Joke van Leeuwen (2000), Toon Tellegen (1997) en Els Pelgrom (1994). Aan de Theo Thijssen-prijs is een bedrag verbonden van 60.000 euro.

Citaat uit het juryrapport

 

Imme Dros is een zeer oplettende observeerder en luisteraar.  Veel waardering is er voor haar eenvoudige, heldere stijl en haar goede dialogen. Haar grote belangstelling voor de Griekse mythologie komt tot uiting in de eigenzinnige bewerkingen en romans en in de vertalingen van klassieke werken. Haar oeuvre wordt geroemd omdat het breed is, veelzijdig, grensoverschrijdend, krachtig en poëtisch.

 

Lees hieronder het volledige juryrapport

Juryrapport Theo Thijssen-prijs 2003

 

‘Wel, waar gaan we heen?’ vraagt de Nieuwe Maan. ‘Naar het holst van de nacht? Naar het circus? Naar de zee?’
‘Overal heen,’ roept Annetje Lie, ‘ik wil overal heen.’
‘Dat is het beste,’ zegt de Nieuwe Maan. ‘Dat is altijd het beste.’

De jury van de Theo Thijssenprijs 2003 bekroont in Imme Dros een auteur die net als Annetje Lie alle richtingen open wil houden, die geen gebaande paden bewandelt, maar zich net als de Nieuwe Maan telkens afvraagt: ‘Wel, waar gaan we heen?’ Zo heeft ze lezers van twaalf, achttien, zesendertig jaar meegevoerd naar Odysseus van Ithaka en Daan van Texel, kleuters naar China, en theaterpubliek naar liefde en oorlog. ‘Liefde, ik weet wel hoe liefde moet en hoe zoet die is en hoe zeer die doet.’

 

Wel, wat kunnen we er vinden? Een eenvoudige heldere stijl met het basale plezier van rijm en ritme, zoals in het stapelverhaal Dit is het huis bij de kromme boom (waar ik van droom wanneer ik droom), of de bijna onopvallende hexameters in haar vertaling van Homeros, of de variatie van stemmen in Odysseus, een man van verhalen of de poëtische lichtheid waarmee Annetje Lies angsten worden verwoord. Zo schreef ze in vele vormen een kwalitatief en kwantitatief rijk oeuvre bij elkaar.
 

En ze blijft onderweg. Samen met Harrie Geelen, wiens tekeningen en schilderwerk zoveel toevoegen aan menig boek. Imme Dros begon haar carrière met dierenverhalen, zoals Duif, maar dapper, later opnieuw uitgegeven onder de titel Duif, de dappere duif, waarin een thematiek voorkomt die ook in latere boeken is aan te treffen: ‘dat iedereen mogelijkheden heeft, die er op een bepaald moment uit komen, eruit moeten komen’. Het mag duidelijk zijn dat dat ook voor haar geldt. Begin jaren tachtig vond zij grotere erkenning en meer publiek met De zomer van dat jaar, een roman die een vervolg kreeg in Lange maanden. Haar keuze voor een jongen, Daan List, als hoofdfiguur van deze verhalen lichtte ze eens toe met de opmerking dat ze met drie broers opgroeide en intenser naar jongens keek dan naar meisjes, die ze immers al vanuit zichzelf dacht te kennen. Haar grote voorkeur voor dialogen verklaarde ze ooit vanuit haar matige gezichtsvermogen. Of het nu aan ogen en broers ligt of niet, Dros is onmiskenbaar een zeer oplettend observeerder en luisteraar.
 

Meer zogeheten jeugdromans volgden. Vanaf 1988, toen De reizen van de slimme man verscheen, kreeg haar gedreven belangstelling voor de Griekse mythologie vorm in vertalingen, eigenzinnige bewerkingen en romans.
 

Dros durft te spelen met vertelperspectieven. Zo laat ze in Odysseus, een man van verhalen verschillende personages ieder vanuit de eigen gezichtshoek en in een eigen toon over Odysseus vertellen. Van het klassieke Zing van de man van duizend listen tot Je vader was een bijzonder kind en dat was hij. Ja, met intertekstualiteit weet ze ook wel raad. Of ze speelt met moderne tekstvormen, zoals de notulen van een vergadering: Notulen van de buitengewone, voor iedere God verplichte Godenvergadering van gisteravond, opgetekend door Hermes Zeuszoon. Alle Goden waren aanwezig. Zelfs Haides liet de aarde opensplijten, stormde met zijn wagenspul de Olympos op en kwam zwart als de nacht de zaal in. En door in Ilios voor het vertelperspectief van oorlogsgod Ares te kiezen, zet ze meteen de toon die vorm en inhoud bij elkaar brengt:

 

Ik ben de zoon van deen vadermoordenaar. Ik ben de kleinzoon van een vadermoordenaar en grootvader Kronos vrat ook nog eens zijn eigen kinderen op (…) Was ik even bloeddorstig en wreed geweest als Zeus of Kronos, had ik traditiegetrouw mijn vader vermoord en de macht aan me getrokken, ik zou koning zijn van alle Goden. Maar omdat ik mijn familie in ere heb gehouden mag iedereen me alles naar mijn hoofd gooien. Wie zij vader en moeder en kinderen vermoord heeft, is nog altijd te goed om Ares te worden.

 

Het went. Het went al.

Dros kan dialogen schrijven als de beste. Ironische, schutterige, krachtige, poëtische, subtiel humoristische.

 

‘Wanneer komen papa en mama nou?’
‘O mekind, dat kan nog wel even duren.’
‘Hoe lang duurt even?’
‘Ach breng me even een paar knijpers. Het bakje staat in de keuken.’

 

Ook spelen basale liedjes een belangrijke rol, die in hun schijnbare eenvoud iets dubbelzinnigs kunnen hebben, zoals de eng klinkende liedjes van de oma van Annetje Lie, of de liedjes in de opera Achilleus, die de onontkoombare zwaarte van de oorlog lijken te bezweren: ‘Een timmerman timmert je eerste wieg, een timmerman timmert je kist.’ Over Odysseus staat er dat hij schunnige liedjes zong. Iedereen die hem kende, dacht dat hij stapelgek was geworden, juist door die liedjes.
 

De liedjes, de stijlvariaties, de dialogen, de vertelperspectieven brengen ons regelmatig naar open plekken in het bos van de woorden, waar de wereld niet simpel wordt opgedeeld in goed of kwaad, klein of groot, oud of modern, eenvoudig of complex. In de eenvoud van de prentenboeken worden impliciet stevige dingen aan de orde gesteld, in de helderheid van het taalgebruik blijven er geheimen, in thematiek en grondgedachten worden vragen gesteld, geen antwoorden voorgeschoteld. Ook daarin bewandelt Dros geen platgetreden paden. Het zal niet voor niets zijn dat nogal wat figuren die een belangrijke rol spelen voor het denken van de ontwikkeling van een jeugdige hoofdpersoon eerder wat onaangepast overkomen. In al haar werk zijn filosofische aanzetten voor de lezer te vinden. Niet alleen al de opmerking van Ares dat in rijkdom het zaad van de oorlog besloten ligt.

 

De jury van de Theo Thijssen-prijs 2003 is zeer verheugd het brede, gevarieerde, vakkundige, in meerdere opzichten grenzen overschrijdende, poëtische en krachtige oeuvre van Imme Dros te mogen bekronen.
In uw oud woonhuis prijzen staan!

 

In de jury zaten Joke van Leeuwen(voorzitter), Anne de Vries, Harry Bekkering, John Louws en Majo de Saedeleer. Anton Korteweg was ambtelijk secretaris.

Uitreiking

De feestelijke uitreiking vond plaats op 19 september 2003 in het Literatuurmuseum (toen nog Letterkundig Museum).

 

Feestrede

De feestrede van Aad Meinderts onder de titel ‘ Imme Dros is helemaal pet’ is te lezen in Imme Dros. Theo Thijssenprijs 2003, uitgegeven door Querido.

 

Dankwoord

Het dankwoord van Imme Dros onder de titel ‘Van de schoonheid en de ironie’ is te lezen in Imme Dros. Theo Thijssenprijs 2003, uitgegeven door Querido.

 

Credits portretfoto: Rop te Riet

Word vriend van het museum en maak nieuwe tentoonstellingen mogelijk! Help het museum