En wat was er dan nog náást Montyn? Kooiman wordt omschreven als een pleitbezorger van ‘schrijvers die zonder veel spektakel aan een oeuvre wilden bouwden’ (de Volkskrant), als iemand die ‘bewust gekunstelde literatuur’ maakte (NRC Handelsblad), ‘voor wie het publiek nauwelijks warm liep’, waarbij zelfs ‘sommige collega-schrijvers luidkeels hun weerzin uitten’ (Trouw). Dat laatste slaat op een handvol negatieve recensies – want natuurlijk waren er voldoende collega’s met wie hij het wel kon vinden, en met wie hij twee belangrijke Nederlandse literaire tijdschriften oprichtte: Soma (1969-1972) en De Revisor (dat het al sinds 1974 volhoudt).